Bij de familie Jelies van Een huis vol zitten Janneke en Johan elke avond met hun negen kinderen aan tafel om samen te eten. Een gezellig samenzijn, waarbij ze altijd samen bidden en daarna tijdens het eten de dag doornemen. Maar wat eten de kinderen het liefst? Janneke en Johan vertellen met welke gerechten zij het hele gezin blij kunnen maken en hoe ze het oplossen als iemand iets juist niet lekker vindt.

De lekkerste gerechten bij familie Jelies

Van welk gerecht wordt de hele families Jelies blij? “Dat is en blijft toch patat. Of op zondag krieltjes met sla, dat vinden ze ook lekker,” vertelt Johan. “Ja, een patatje maken in de schuur vinden ze altijd goed,” vult Janneke aan. “Of broccolischotel. Ze hebben allemaal wel iets dat ze heel lekker vinden.”

Met patat maken we iedereen blij.

Johan Jelies
Aan tafel bij familie Jelies

Eten wat de pot schaft

Met patat maken ze iedereen blij, maar in zo’n groot gezin zijn er vast ook ingrediënten of gerechten die niet zo in de smaak vallen bij iedereen. Hoe wordt dat opgelost in huize Jelies? Johan: “In het begin, toen de oudste nog klein waren, hadden we wel een bepaald streefpunt. Je moet eten wat de pot schaft, dus dit móéten ze eten. Naarmate je gezin wat groter wordt en wat ouder wordt, word je er wel wat makkelijker in. Als iemand iets niet lust, denk je: pak gauw een snee brood, met een plak kaas en ham erop.”

Keuzes

Vroeger was het ook net wat anders, volgens Johan. Er zijn tegenwoordig zoveel keuzes qua eten, dat het bij de familie Jelies niet gauw een “beladen iets” wordt als iemand iets niet lust. Johan: “Als er één is die iets niet wil eten, om daar dan de sfeer door te laten verpesten, die passage hebben we gehad.”

Familie Jelies. Foto: Stijn Ghijsen.

Tip: groentes bewaren

Een slimme tip van Janneke om dit op te lossen: bewaar wat groentes van de dag ervoor. “Als ik weet dat we iets gaan eten wat iemand niet lekker vindt, dan bewaar ik iets van de dag ervoor. Jantine is bijvoorbeeld geen sla-eter, maar boontjes vindt ze heerlijk! Dan eet ze maar twee keer boontjes, als wij sla eten.”