In Nederland krijgen jaarlijks meer dan een miljoen mensen een antidepressivum voorgeschreven. Dat is één op 12 mensen. De kans is groot dat er iemand om jou heen, bijvoorbeeld een collega, een antidepressivum slikt. Veel mensen willen hier vroeg of laat ook weer mee stoppen. Ze hebben bijvoorbeeld last van bijwerkingen, vragen zich af of het middel nog wel wat doet, of zijn dusdanig hersteld dat ze geen medicatie meer nodig hebben.

Mensen slikken het vooral te lang, zonder af te bouwen. Verpleegkundig GGZ-specialist Kirsten Fransen werkt voor een zogenaamde afbouwpoli. ‘Het is schrikbarend hoeveel mensen jaar in jaar uit medicatie gebruiken en dat niemand zich afvraagt of dat nog steeds nodig is.’ Pointer zoekt uit hoe dit zit.

Afbouwen

Van de een op de andere dag stoppen is niet verstandig. Het antidepressivum kan beter onder begeleiding afgebouwd worden, maar die begeleiding is moeilijk te vinden. Dat komt onder andere doordat het merendeel van de antidepressiva wordt verstrekt via de huisarts, die vaak niet beschikt over de tijd en kennis om hierbij te helpen. Toch is die begeleiding wel nodig. Het afbouwen van antidepressiva gaat soms gepaard met hevige ontwenningsverschijnselen, zoals angst, stemmingswisselingen, slaapproblemen of griepachtige klachten. Deze klachten kunnen erg op een depressie lijken, waardoor mensen denken niet zonder medicatie te kunnen, terwijl dat vaak niet zo is. 

Plan op maat 

Volgens psychiater Christiaan Vinkers bij het Academisch Medisch Centrum komt er wel steeds meer aandacht voor. Zo kan er een plan op maat gemaakt worden en een terugval preventieplan. 'Mensen vinden het ongelooflijk fijn om hulp te krijgen bij het afbouwen', aldus Vinkers. 'Als je te snel afbouwt of cold turkey afbouwt dan is de kans op een terugval groot. Het is belangrijk om het geleidelijk te doen.' Daarnaast is het van belang om het samen te doen, bijvoorbeeld met een arts, een apotheker of een verpleegkundige.

Afbouwzorg apotheker niet vergoed

Apothekers kunnen en willen die begeleiding bij het afbouwen wel bieden, maar krijgen dit niet vergoed. Sterker: hoe meer medicijnen een apotheker verstrekt, hoe meer hij verdient. Apothekers hebben de juiste kennis en middelen in huis om mensen hierbij te helpen, stelt arts en apotheker Marianna Abadier in Pointer: “Apothekers zijn dé medicatiespecialisten. We weten alles van medicijnen, ook in relatie tot ziektes, bijwerkingen en ontwenningsverschijnselen.” Maar deze zorg wordt niet vergoed – niet voor de patiënt, en niet voor de apotheker. 

Hierin moet verandering komen. Uit een rondgang langs de vier grootste zorgverzekeraars blijkt dat VGZ en CZ werken aan een plan om de apothekersvergoeding te veranderen. “Wij zijn druk aan het nadenken hoe we de zorg en distributie van elkaar kunnen scheiden”, zegt Saïd Zarroy, zorginkoper bij VGZ, de op één na grootste zorgverzekeraar van Nederland.

Kijk Pointer terug

Zeven gouden regels om af te bouwen

  1. Streef naar zo min mogelijk en zo kort mogelijk gebruik, maar wel zo lang als nodig is
  2. Gebruik liever geen standaard afbouwschema
  3. Onderschat ontwenningsverschijnselen niet
  4. Vraag de patiënt om zijn klachten bij te houden en te monitoren
  5. Bouw maar één medicijn tegelijk af
  6. Bouw in steeds kleinere stapjes af naarmate de dosis lager wordt
  7. Overweeg bij ontwenningsverschijnselen een tijdelijke verhoging

Bron: “Minder slikken” van Remke van Staveren
Bron: Pointer