Een bijzonder heiligdom in het hartje van Rome is niet gewijd aan Romeinse goden of christelijke heiligen, maar aan inwoners van Rome die het liefste 's nachts op pad gaan en overdag lui in het zonnetje liggen. En die zelfs wettelijk speciale bescherming genieten: de katten van Rome!

Quando il gatto non c’è, i topi ballano - als de kat van huis is dansen de muizen op tafel, zeggen ze in Rome. En veel kans krijgen ze daar niet toe, want er leven naar schatting zo'n 300.000 katten in Rome. Daarvan leven er 180.000 op straat.

Toen in 1929 de resten van een aantal tempels en van het plein waar Julius Caesar werd vermoord werden opgegraven trok de plek al gauw straatkatten aan die door vrijwilligers werden gevoerd en verzorgd. Torre Argentina is nog steeds een katten heiligdom waar elk jaar zo'n 125 katten leven. Ze worden net als de andere katten van Rome beschermd door speciale wetten. Katten in Rome hebben het recht om zelf hun woonplek te kiezen en om daar gevoerd te worden. In Torre Argentina worden de katten gesteriliseerd en verzorgd door 'gattare' (letterlijk: "kattenvrouwen"). Deze vrijwilligers bemiddelen ook bij de adoptie van de katten.

Paus Franciscus vindt dat je niet moet doordraven in de liefde voor huisdieren.

Dit is echter niets nieuws: al in het oude Rome waren katten geliefd door de bevolking. Je ziet ze afgebeeld op fresco's en in mozaïeken. Naarmate de stad groeide trok Rome meer ongedierte aan, met de bijbehorende risico's voor de verspreiding van allerlei ziekten. De katten hielpen bij het onder controle houden van de hoeveelheid muizen en ratten.

Volgens een legende zou paus Gregorius IX in de middeleeuwen katten in de ban gedaan hebben nadat hij hoorde van satanische rituelen waarbij een zwarte kat een rol speelde, maar dat is volgens historici een twijfelachtig verhaal. Verschillende meer recente pausen waren juist gesteld op katten. De strenge en stugge Paus Leo XII smolt zodra Micetto, zijn grijs-rode kat naar hem toekwam. Ook Paulus VI schijnt een kat te hebben gehad. Paus Benedictus XVI was helemaal weg van katten: hij was er van jongs af aan mee opgegroeid, en toen hij nog als kardinaal in Rome werkte zorgde hij voor de katten op het pleintje voor zijn appartement en praatte met ze. 

Hoewel het houden van huisdieren officieel niet is toegestaan in het Vaticaan zie je op foto's wel eens een kat rondlopen in de Vaticaanse tuinen. Sommige winkels voor kerkelijke kleding verkopen zelfs kleine kardinaalshoedjes speciaal voor katten.

Paus Franciscus is van mening dat je ook weer niet moet doordraven in de liefde voor huisdieren. In een preek voor getrouwde stellen waarschuwde hij dat sommige mensen liever een hondje of twee katten hebben dan een gezin. Zo kun je  makkelijker op vakantie, maar op je oude dag blijf je dan misschien eenzaam achter, aldus de paus.

Maar zolang je de liefde voor dieren niet boven die voor je medemens stelt is er natuurlijk niks mis met een huisdier. En mocht je je eens zorgen maken over de gezondheid van je kat dan is er zelfs een katholieke beschermheilige die je om hulp kan vragen: de 7e eeuwse Belgische abdis Geertruida van Nijvel. Omdat ze vaak met muizen werd afgebeeld als symbool van de zielen die ze redde werd ze steeds meer aangeroepen bij muizen en rattenplagen. En vandaar is het maar een klein stapje naar een reputatie als patroonheilige van poezen en katten!