De gemeente Eindhoven gaat een onderzoek instellen naar de onteigening en doorverkoop van Joods vastgoed in de Tweede Wereldoorlog.

Joden die na de oorlog terugkeerden van hun onderduikadres of de concentratiekampen zagen vaak dat hun woning was doorverkocht. De gemeente wil weten of er onterechte navorderingen op belastingen aan Joodse Eindhovenaren zijn opgelegd. Aanleiding voor het onderzoek zijn de publicaties van datajournalistiek platform Pointer (KRO-NCRV) over de Verkaufsbücher: de documenten van de Duitse bezetter waarin de onteigening en doorverkoop van Joods vastgoed staat beschreven.

In de Verkaufsbücher staan 38 transacties in Eindhoven beschreven. Op een kaart op de website van Pointer is te zien om welke huizen het gaat. Op basis van het onderzoek van Pointer en persvragen heeft de gemeente Eindhoven samen met het Regionaal Historisch Centrum in maart een korte inventarisatie gemaakt. Daaruit blijkt dat het mogelijk is dat Joodse Eindhovenaren na de oorlog belast zijn voor woningen waar ze tijdens de oorlog geen bezit toe hadden.

Een kijker uit Eindhoven klopt, na het zien van de uitzending over de Verkaufsbücher op 27 mei, met hetzelfde vermoeden aan bij de redactie van Pointer. Zijn ouderlijk huis staat in de Verkaufsbücher en hij meent dat zijn vader bij terugkeer na de oorlog belasting heeft moeten afdragen. Het verhaal biedt volgens de gemeente Eindhoven voldoende aanknopingspunten om verder onderzoek naar te doen.

Jerry Vermanen, datajournalist bij Pointer: “Het is mooi dat de gemeente Eindhoven de aangetroffen feiten serieus neemt en een onderzoek instelt. De afgelopen maand hebben we vanuit Pointer veel aandacht besteed aan dit onderwerp. We kwamen er onder andere achter dat de meeste gemeenten niet weten of er na de oorlog sprake is geweest van rechtsherstel op deze Joodse panden en wat hun eigen rol was bij de onteigeningen. Het is mooi dat gemeente Eindhoven daar nu onderzoek naar gaat doen. In totaal staan er meer dan 7.000 transacties in de Verkaufsbücher, dus het zou nog mooier zijn als meer gemeenten onderzoek gaan instellen.”

Eindhoven is niet de eerste gemeente waar de onteigening, doorverkoop en mogelijke belasting van Joods vastgoed wordt onderzocht. Eerder hebben Amsterdam (2016), Den Haag (2019), Rotterdam en Utrecht (beiden 2020) de roofhandel in Joods vastgoed in hun eigen gemeenten onderzocht. Vermanen: “Naar aanleiding van ons onderzoek naar de Vastgoedboeken hebben ook de gemeenten Alkmaar, Enkhuizen, Bergen, Medemblik en Hoorn vragen gesteld over de onteigening en doorverkoop van Joods vastgoed. Enkele gemeenten hebben al toegezegd dat er een vooronderzoek gaat plaatsvinden.”