Na een ongeluk moest theologe Manuela Kalsky nieuwe innerlijke kracht vinden. De teksten van de Duitse theoloog Bonhoeffer, die zich verzette tegen het nazisme, helpen haar.

“In deze verwarrende tijd grijp ik terug op een tekst van de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer", vertelt ze in Op Adem aan Jacobine Geel. Vanwege zijn verzet tegen nazi-Duitsland werd Bonhoeffer in 1944 ter dood veroordeeld. Hij belandde in de gevangenis en werd uiteindelijk op 9 april 1945 opgehangen. Dit gedicht schreef hij tijdens zijn gevangenschap. Vertaald in het Nederlands klinkt het zo:

Door goede machten,
trouw en stil omgeven

behoed, getroost,
zo wonderlijk en klaar,

zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,
en met u ingaan in het nieuwe jaar

"Het is een hele serene tekst", zegt Kalskt. "Voor mij persoonlijk komt het nog dichterbij als ik haar lees in mijn moedertaal, het Duits."

Von guten Mächten treu
und still umgeben, behütet
und getröstet wunderbar....

"Trouw en stil. Die woorden zijn zo precies en raak gekozen, dat ik al lezend ook zelf verstil. Je zou kunnen denken dat een voor de hand liggende reactie op de angst – de angst van Bonhoeffer in de gevangenis, maar ook onze verwarring in deze ongewone tijd – kan zijn dat je het uitschreeuwt. Maar dit gedicht beschrijft een omgekeerde beweging, is een heel geconcentreerd naar binnen keren."

"De eerste keer dat deze woorden mij hielpen was toen ik ruim een jaar geleden van de trap viel, en daar blijvend een pijnsyndroom aan overhield. Ik was iemand die heel erg actief was, altijd bezig was in de samenleving, met compassie voor anderen. Wat ik ontdekte was dat ik veel minder compassie had met mezelf. En die had ik hard nodig. Ik was gevallen, maar ook mijn hele leven lag ondersteboven. En dat bracht paniek en ook angst met zich mee. Kan ik eigenlijk mijn leven zoals ik dat tot nu toe leefde ooit nog weer voortzetten? En stel dat dat niet meer kan...? De artsen konden hier geen voorspelling over doen. Dus ik moest op de een of andere manier leren om me over te geven aan iets wat ik niet in de hand had, niet kon controleren. Ik heb in die tijd leren mediteren. Misschien was het niet voor het eerst dat ik, zoals dat in de klassieke traditie heet, contemplatie beoefende. Maar de intensiteit en ook levensnoodzakelijkheid ervan waren nieuw."

"Ik moest mijzelf opnieuw uitvinden. Wat ik deed, hoe ik leefde, dat kon niet meer op dezelfde manier doorgaan. En natuurlijk waren er veel vrienden, waren er veel mensen bijvoorbeeld bloemen stuurden – ontzettend lief. Maar ik merkte dat ik ook zelfs iets moest doen: ik moest anders leren leven. En de woorden van Bonhoeffer hielpen daarbij. Trouw en stil, inkeer – dat gaat over innerlijke kracht. Deze man schreef dit in gevangenschap, in volstrekt isolement. Het ontroert me hoe iemand in doodsangst, in het besef dat het niet goed met hem zou aflopen, zo sereen en ook zo krachtig zijn geloof onder woorden kon brengen dat hij ondanks alles door goede machten omgeven is, gedragen wordt. Hij schreef dit gedicht voor zijn moeder en voor zijn verloofde, om ze te laten weten: jullie kunnen mij niet be- zoeken, maar in dit vertrouwen kunnen we toch samen zijn."

"Ik denk dat dit innerlijk vertrouwen ons ook in deze tijd kan helpen hoop te houden, en het goede te blijven zien dat er óók is. Niet alleen buiten onszelf. De kracht van dit gedicht is dat het onze aandacht allereerst naar binnen richt, op onszelf. Je moet niet alleen op de ander hopen, je kunt ook jezelf gerust stellen en jezelf oefenen in het vertrouwen dat het goed komt en dat we verder gaan. Het leven wordt misschien anders, maar het gaat door, en ook in een nieuwe vorm kan ik weer iets betekenen."

Meer over deze tekst? Bekijk het gesprek:

7 hoopvolle minuten