Met de jongensdroom om ambulancebroeder te worden begint Teun Toebes aan de studie HBO-verpleegkunde. Een verplichte stage in het verpleeghuis staat snel voor de deur en bíjna gooit hij de handdoek in de ring. Toch besluit hij - met tegenzin - te beginnen. Tegen alle verwachtingen in vindt hij zijn passie: vreugde brengen in het leven van ouderen met dementie. Nu, vier jaar later is hij afgestudeerd en doet hij niets liever.

Teun Toebes

Krullenbol, zo noemen de bewoners van het verpleeghuis hem. Met zijn 21 jaar organiseert hij geluksmomenten voor ouderen met dementie. "Het is begonnen bij John, hij heeft parkinson en dementie en woonde in het verpleeghuis. Inmiddels leeft hij niet meer, maar na het eerste contact waren we direct maatjes."

Menselijk contact is nodig

"Bij hem zag ik dat menselijk contact hetgeen is dat ouderen nodig hebben. John werkte vroeger als opzichter in de bouw. Hij ging altijd met 'zijn mannen' op vrijdagmiddag eten bij een fastfoodrestaurant. Later ben ik dat met John gaan doen, maar door zijn parkinson viel hij dan bijvoorbeeld ineens op mijn schoot, waar hij zelf het hardst om kon lachen. En, John hield van vrouwelijke aandacht. Als er dan een vrouw voorbij kwam die hij mooi vond, kon hij zo'n blik geven van, kijk dan!"

Teun en John

Mensen hebben een heel leven vóór hun leven in het verpleeghuis

Op die momenten is voor Teun de passie ontstaan om meer geluksmomenten te organiseren. Hij werkt nog altijd in het verpleeghuis maar heeft inmiddels ook zijn eigen stichting: sTeun en toeverlaat. Hij zoekt naar de verhalen achter de gezichten. Wat drijft een persoon? "Mensen hebben een heel leven vóór het leven in het verpleeghuis."

'Dag lieve zee' 

Zo duikt Teun samen met Lenie en haar familie terug in haar jonge jaren. "Ze wilde zó graag terug naar Zeeland. Ze sprak altijd over haar jeugdvriendin Wies. We zijn toen een dag met haar naar Vlissingen gegaan. Het moment dat Lenie de zee zag zei ze steeds: 'Dag lieve zee!' Je zag de herkenning bij haar. Als kers op de taart hebben we haar jeugdvriendin opgezocht. Op dat moment besef je dat mensen meer zijn dan alleen de zorgvraag. Het leven vóór het verpleeghuis, dat is waar de aandacht naartoe moet. Dat geeft een waardig gevoel. Lenie is er niet meer, maar de stranddag heeft ze zich tot het einde herinnerd. En tuurlijk zijn er ook mensen die de herinnering een dag later vergeten zijn door de dementie, maar daar gaat het niet om. Het gaat om de vreugde die zij voelen."

Sommige dingen kun je niet uitleggen

Verpleeghuizen hebben tijdens de coronacrisis een streng bezoekverbod gehanteerd. Met zijn stichting was Teun op dat moment niet welkom, maar door zijn werk in het verpleeghuis heeft hij de impact van die regelingen van dichtbij gezien. "Wij kunnen dankzij taal praten over het virus. Maar bij sommige mensen met dementie is taal vervallen. Dan kun je de situatie niet uitleggen. Je ziet dat mensen met dementie grote behoefte hebben aan menselijk contact. Het zorgpersoneel kan familie niet vervangen."

"Ik denk dat we goed na moeten denken over de rechten van mensen met dementie. Er zijn gevallen waar een man bijvoorbeeld al tien jaar dag in dag uit zijn vrouw bezoekt na een huwelijk van zestig jaar. Als we dan naar deze regelingen kijken vanuit een humanistisch perspectief, dan is het moeilijk om bezoek niet toe te laten."

De Pauzemobiel

Hartverwarmend en hartverscheurend tegelijk

Volgens Teun laat de crisis verschillende kanten zien. "Het bezoekverbod is hartverscheurend, maar de verbroedering in de zorg is hartverwarmend. We proberen er het beste van te maken." Nu mag hij voorzichtig weer met de ouderen op pad. En in de periode dat zijn stichting niet welkom was, heeft hij niet stilgezeten.

Hij is gestart met een nieuw initiatief: "Een Pausmobiel, maar dan anders. Ik noem het 'de Pauzemobiel' omdat het ruimte geeft om stil te staan bij herinneringen. Het interieur stem ik af op de persoonlijke beleving, bijvoorbeeld met geur of muziek. Voor sommigen is het al heerlijk om een uurtje rond te rijden en meer te zien dan de muren van het verpleeghuis. Aanstaande donderdag ga ik een dagje naar een pretpark met een vrouw die daar vroeger heeft gewerkt. Dat vind ik echt heerlijk."

Teun op pad met de Pauzemobiel

Sommigen noemen mij zoon, dat raakt me

Mensen onthouden het gevoel

"Voor veel mensen in het verpleeghuis ben ik de krullenbol, omdat velen met dementie simpelweg mijn naam niet meer onthouden. Sommigen noemen me zoon, of vriend. Voor de ander ben ik gewoon de broeder in de zorg. Dat vind ik interessant en het raakt me ook. Het feit dat je een bepaalde emotie of een bepaald gevoel kunt oproepen bij mensen, dat is bijzonder. Het voelt ergens ook als een compliment dat iemand je zoon noemt. Het laat zien dat de aandacht en het menselijk contact belangrijk is. Mensen onthouden het gevoel."

Lees ook:

Een veelgehoorde reactie die Teun krijgt is dat hij laat zien 'dat er nog hoop is voor de jonge generatie'. "Dat vind ik jammer. Het benadrukt een negatief aspect. Ik zou willen dat we wat positiever naar elkaar kijken. Er zijn heel veel mensen die willen helpen. Dat zien we ook tijdens deze crisis: de betrokkenheid is enorm. Mensen stuurden bloemen met Moederdag en we krijgen kaarten van kinderen op allerlei basisscholen. Ouderen in het verpleeghuis waren niet letterlijk in contact met de buitenwereld, maar er werd wel geprobeerd het contact naar binnen te brengen."

Meer dan alleen 'vergeten'

Met de video's die Teun maakt van de bijzondere momenten die hij met ouderen met dementie beleeft, laat hij andere jongeren zien wat het contact betekent. "De beelden laten zien dat de mensen meer zijn dan alleen het 'vergeten' dat bij (veel) vormen van dementie hoort. We organiseren ook silent disco's bijvoorbeeld. Nou, die zijn in sommige gevallen beter dan menig festival", lacht Teun. "Soms zijn de ouderen in eerste instantie afwachtend. Maar je oogst wat je zaait: als ik enthousiast ben, nemen mensen dat over. En muziek doet wonderen in de zorg. Het haalt herinneringen en bepaalde gevoelens bij mensen naar boven."

Zijn ultieme droom? "Zoveel mogelijk vreugde brengen in de levens van mensen met dementie. En dat we onszelf, als samenleving, daarvoor inzetten."