17-02-2020

Voor het eerst sinds 1983 zijn alle tien grote wandtapijten van Rafaël met voorstellingen van scenes uit het leven van de heilige apostelen Petrus en Paulus, samen tentoongesteld in de Sixtijnse Kapel. Vanochtend zijn ze onthuld. Deze kunstwerken uit de hoogrenaisssnce hangen op ooghoogte onder het plafond met de beroemde fresco's van Michelangelo. 

Het Vaticaan wil zo de Raffaello Sanzio uit Urbino eren, ter gelegenheid van de 500ste sterfdag op 6 april van deze vermaarde kunstenaar. De laatste keer dat deze wandtapijten aan het publiek werden getoond, was in zijn 500ste geboortejaar.



Rafaël zelf, die op 37-jarige leeftijd in Rome overleed, zag zijn eigen wandtapijten nooit alle tien samen. Zij werden over een periode van vier jaar in het atelier van Pieter van Aelst in Brussel geweven van zijde, wol en verguld zilverdraad.

Rafaël schilderde de patronen die werden gebruikt om de wandtapijten te maken terwijl hij de ‘Stanze’ in het Apostolisch Paleis met fresco’s aan het voorzien was. Slechts zeven van deze patronen zijn bewaard gebleven, ze hangen in het Victoria & Albert Museum in Londen.

De eerste zeven wandtapijten werden tentoongesteld in de Sixtijnse Kapel op 26 december 1519. De gehele serie was compleet kort vóór de dood van paus Leo X (Giovanni de' Medici) in 1521.

In opdracht van Leo X werden ze verpand om zijn begrafenis te betalen. Ze werden teruggevonden vóór de kroning van paus Adrianus VI in 1523. Vier jaar later werden de tien tapijten geroofd tijdens de Plundering van Rome. Ze zouden na allerlei omzwervingen tussen 1544 en 1554 in het Vaticaan terugkeren. Tijdens de Franse bezetting van Rome in 1798 werden ze opnieuw gestolen en door een sjacheraar tegen een bespottelijk lage prijs aangekocht. In 1808 werden ze in opdracht van paus Pius VII teruggekocht en gerestaureerd.