21-01-2020

Op een regenachtige maandagavond ben ik te gast in een huis te Bilthoven. Als ik kom aanrijden zie ik al waar ik moet zijn. 

COLUMN - LEO FIJEN

In de huiskamer staat de tafel om te eten verlicht in het midden. Het is een tafereel dat uitnodigt om elkaar te ontmoeten. En dat is precies wat daar deze avond gebeurt.

Vertegenwoordigers van kerken uit De Bilt, Bilthoven, Den Dolder en Maartensdijk zijn bij elkaar voor de jaarlijkse ontmoeting van het Oecumenische Diaconaat. Ik ben er voor de eerste keer bij en word aangenaam verrast na binnenkomst. Zestien mensen in totaal heten me welkom, zestien vertegenwoordigers van kerken die in hun vrije tijd er willen zijn voor de naaste in nood. Het wordt een prachtige avond die mij het gevoel geeft dat ik er nieuwe familie bij heb gekregen. Hier ervaar ik wat de kerk onder meer tot kerk maakt: dat je er steeds weer nieuwe broers en zussen leert kennen en dat je deelt in een grote familie die ook wereldwijd haar verantwoordelijkheid neemt.

Tegenover me zit een sympathieke man die voor de kerk in De Bilt binnenkort afreist naar Afrika. In de kerk maak je je druk om je naaste, dichtbij maar ook ver weg. En in de kerk leer je telkens weer dat het ook stil mag worden om te luisteren naar de stem van God in je eigen ziel. Daar in Bilthoven was het samenzijn ook één lang gebed, want elk gesprek was een herinnering om in de naaste Christus te zien. Dit was een avond van kerkelijke betrokkenheid zoals de kerk me dierbaar is. Met bescheidenheid, in de luwte, maar wel steeds verbonden met de ander, met elkaar en met God. Dit was geloof zoals dat me draagt, elke dag. We spraken af elkaar een paar dagen later in een vesperdienst weer te zien. Dat was een zaterdag in mijn eigen dorp. Daar vierden we ons geloof in een kerk, zingend, biddend en stil wordend. Daar werden we in de dorpskerk geraakt door de schoonheid van de liturgie, door de genade zelf. 

Daarom hou ik van de kerk: omdat ik daar de stem van God en van mijn naaste hoor. En daarom doe ik niets liever dan over deze kerk hardop praten, in het wekelijkse geloofsgesprek op televisie. Nu al 500 zondagen achtereen.