SS-concentratiekamp Vught was berucht. Een kamp waar Joodse kinderen werden verzameld en op transport gingen. Een kamp waar verzetsstrijders hun doodvonnis afwachtten. Een kamp met een grimmig regime waar de gevangenen iedere dag het ware gezicht zagen van de nazi-bezetter.
Maar zelfs hier, misschien wel juist hier, was er zang en muziek. In de barakken klonken ’s avonds vaak liedjes van heimwee of ondeugende coupletten met brutale woordspelingen, als voorzichtige vormen van verzet. Gisela Söhnlein en Hetty Voûte bijvoorbeeld waren twee gevangenen die met hun liedjes veel troost en humor brachten in de vrouwenbarak. Er waren ook kampbewoners die soms een prachtige zangstem hoorden maar niet wisten wie de vrouw was die dan zong.
Leo Blokhuis ging voor de Soundtrack van de Bevrijding naar Kamp Vught en had een bijzondere ontmoeting met Heddy Lester. Deze zangeres wist meer te vertellen over ‘de stem bij het prikkeldraad’.