22-01-2019

In Oostenrijk wordt alleen aan werknemers die behoren tot bepaalde kerken op Goede Vrijdag een vrije dag toegekend: dit vormt een door het Unierecht verboden discriminatie op grond van godsdienst. Dat oordeelt het Hof van Justitie van de Europese Unie vandaag. 

“Zolang Oostenrijk zijn wetgeving niet aanpast om de gelijke behandeling te herstellen, is een particuliere werkgever onder bepaalde voorwaarden verplicht om ook aan zijn andere werknemers een betaalde vrije dag toe te kennen op Goede Vrijdag”, aldus de rechters in Luxemburg.

In Oostenrijk, waar het grootste gedeelte van de bevolking behoort tot de Rooms-Katholieke Kerk, is Goede Vrijdag voor katholieken geen vrije dag. Alleen voor leden van de evangelische kerken Augsburger Bekenntnisen Helvetisches Bekenntnis, de Oud-Katholieke Kerk en de Evangelisch-Methodistische Kerk is Goede Vrijdag een betaalde feestdag. 

Deze specifieke regeling is bedoeld om het mogelijk te maken dat leden van deze kerken hun godsdienst kunnen uitoefenen op een voor hen zeer belangrijke dag, zonder dat zij daarvoor een vrije dag overeen moeten komen met hun werkgever. Als een lid van een van deze kerken op die dag werkt, krijgt hij een feestdagentoeslag.

De zaak was aangespannen door een werknemer van een detectivebureau die het discriminerend vindt dat hij geen toeslag kreeg voor het werk dat hij in 2015 op Goede Vrijdag had verricht. Het Oberste Gerichtshof, de hoogste rechter in Oostenrijk, vroeg vervolgens aan het EU-hof of de regeling in strijd is met het Europese verbod op discriminatie op grond van godsdienst. De rechters in Luxemburg geven de werknemer gelijk. 

In zijn arrest van vandaag oordeelt het Hof in Luxemburg dus dat ook katholieken en niet-christenen in Oostenrijk op Goede Vrijdag vrij behoren te zijn.