11-09-2019

Paus Franciscus is “niet bang” voor de dreiging van een Amerikaans schisma. Dat zei hij dinsdag in antwoord op een vraag over zijn recente uitspraak “vereerd” te zijn als “Amerikanen mij aanvallen”. Die vraag werd gesteld tijdens de vliegtuigpersconferentie na zijn apostolische reis naar Mozambique, Madagaskar en Mauritius. Ook gaf hij aan ervoor te bidden dat de Katholieke Kerk niet door een schisma zal worden getroffen. Tegelijk roept hij op tot een zachtmoedige bejegening van starre katholieken, omdat achter hun starheid volgens hem een psychische problematiek schuilgaat. 

LEES: Franciscus: ‘Een eer dat Amerikanen mij aanvallen’

De paus zei verder dat de VS echt niet de enige plaats is van waaruit hij af en toe op de korrel wordt genomen. Ook binnen de Romeinse Curie wordt de huidige bisschop van Rome flink bekritiseerd, gaf Franciscus zelf aan. Toch kan hij er goed mee omgaan, zolang de kritiek maar met open vizier wordt geuit. “En niet dat ze de tanden bloot naar je lachen, terwijl ze je een mes in de rug steken. Dat is niet eerlijk, dat is niet humaan.”

Over schisma’s zei de paus: “In de Kerk zijn er vele," zei Franciscus, die het voorbeeld gaf van scheuringen die volgden op het Eerste en Tweede Vaticaans Concilie, waaronder één onder leiding van de traditionalistische aartsbisschop Marcel Lefebvre, de stichter van de Priesterbroederschap Sint-Pius X.

“Er is altijd de schismatieke optie in de Kerk”, zei Franciscus. “Het is een keuze die de Heer aan de menselijke vrijheid overlaat. Ik ben niet bang voor schisma’s. Ik bid dat ze niet voorkomen, want de spirituele gezondheid van veel mensen staat op het spel. Daarom is dialoog noodzakelijk. Als er sprake is van een dwaling, laat die dan gecorrigeerd worden. Maar het schismatieke pad is niet christelijk. Denken we aan de vroege Kerk, hoe het begon met vele schisma’s, de een na de ander: arianen, gnostici, monofysieten….”

Schismatici hebben volgens de paus altijd één ding gemeen: “Ze scheiden zichzelf af van het volk, van het geloof, van het volk van God. Toen er tijdens het Concilie van Efeze gediscussieerd werd over het goddelijk moederschap van Maria, stond het volk – dit is geschiedenis – bij de ingang van de kathedraal terwijl de bisschoppen binnentraden om aan het concilie deel te nemen. Ze stonden daar met knuppels. Die lieten ze aan de bisschoppen zien terwijl ze schreeuwden: ‘Moeder van God, Moeder van God!’ Alsof ze wilden zeggen: als jullie dat niet doen, dan kun je dit verwachten. Het volk van God corrigeert altijd en levert bijstand. Een schisma is altijd een separatistische afscheiding die voortkomt uit een ideologie, los van de leer. Het is een ideologie, die misschien juist is maar die de leer binnendringt en zich ervan verwijdert.”

Franciscus drukte de Amerikaanse journalist die de vraag naar een eventueel schisma had gesteld, vervolgens op het hart dat hij niet afwijkt van de leer van vorige pausen. Volgens conservatieve criticasters gaat de Argentijnse paus te ver door zich te eenzijdig te richten op sociale en ecologische kwesties en te weinig op bijvoorbeeld medische ethiek.

“De sociale dingen die ik zeg zijn dezelfde als die Johannes Paulus II zei. Dezelfde! Ik kopieer hem. Maar ze zeggen: ‘de paus is een communist.’ Ze brengen ideologieën binnen in de leer en wanneer de leer ideologieën wegglijdt dat krijg je de mogelijkheid van een schisma. Het is de ideologie die een ascetische moraal vooropstelt en die voorhoudt aan het volk van God. De herders moeten de kudde leiden tussen genade en zonde, want dat is de evangelische moraal. In plaats daarvan brengt een dergelijke pelagiaanse moraal je starheid. En vandaag de dag hebben we vele scholen van starheid binnen de Kerk. Dat zijn geen schisma’s maar pseudoschismatieke christelijke leefstijlen die slecht aflopen. Wanneer u starre christenen, bisschoppen, priesters ziet, dan zitten er problemen achter. Dan is er geen sprake van heiligheid volgens het Evangelie. Daarom moeten we zachtmoedig omgaan met deze personen die door deze aanvallen worden verleid. Ze gaan door een probleem heen. Laten we hen met zachtmoedigheid begeleiden.”