10-12-2019

Op 2 maart 2020 worden in opdracht van paus Franciscus de Vaticaanse archieven met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog geopend. De Duitse jezuïet Peter Gumpel, de historisch deskundige in het zaligverklaringsproces van Pius XII, verwacht dat er weinig nieuwe informatie over de persoon van de ‘oorlogspaus’ zal worden ontdekt. 

“De documenten die worden vrijgegeven, zullen zeker veel nieuws en interessants aan het licht brengen, maar ik verwacht niet dat ze nog meer nieuw materiaal over Pius XII opleveren”, aldus de 96-jarige pater Gumpel in een maandag gepubliceerd interview met de Duitse website Katholisch.de.

Normaliter worden de archieven van een pontificaat pas 70 jaar na de dood van een paus geopend. In het geval van Pius XII zou dat pas vanaf 8 oktober 2028 het geval zijn. Paus Franciscus besloot de opening te vervroegen. Dat kan ook omdat de 16 miljoen documenten inmiddels zijn geordend. Niet alleen de stukken betreffende de periode 1939-1945 in het Vaticaans Apostolisch Archief zullen worden vrijgegeven, ook die van het Staatssecretariaat, met al het materiaal van de Vaticaanse diplomatie in die oorlogsjaren. “Daarbij geven ook de verschillende Congregaties hun archiefstukken uit die periode vrij”, zegt Gumpel. “Het Vaticaan heeft tijdens de Duitse bezetting [van Rome] in 1943-1944 echter uit angst zelf documenten verwijderd. Men moet dus met hiaten rekening houden.”

Gumpel verwacht dat er veel nieuwe inzichten over diverse onderwerpen zullen ontstaan. “Ik verwacht spannende items over de politiek van Frankrijk, van Engeland of de VS.” Als voorbeeld noemt hij de opheldering over een geplande putsch van Duitse generalen tegen Hitler in 1939-1940 en de daarmee samenhangende vredesbesprekingingen met de Britten met de paus als gewenste bemiddelaar. 

Pater Gumpel, van 1983 tot 2013 hoofdrelator in het zaligverklaringsproces van Eugenio Pacelli (Pius XII), zegt duidelijk dat alle relevante informatie over het leven van deze paus uitputtend is onderzocht. De zogenoemde Positio (de officiële levensbeschrijving) van dit proces bevat 3.500 pagina’s, verdeeld over zes boeken. Daartoe behoren 98 getuigenverklaringen. 

“Ook zijn de bezwaren die de afgelopen jaren door criticasters tegen Pacelli rezen, onderzocht en beantwoord”, zegt kerkhistoricus Gumpel. “Ik voorzie niet dat er nog nieuwe documenten en argumenten opduiken. Enkele dagen geleden hadden we hier een expert meeting. Op de vraag of er nog iets nieuws inzake Pius XII of tegen hem te verwachten is, werd in koor geantwoord: ‘Dat geloven wij niet.’ (...) Maar natuurlijk moeten wij het afwachten.”

Gumpel wijst erop dat paus Benedictus XVI Eugenio Pacelli in 2009 tot ‘eerbiedwaardige’ heeft uitgeroepen. Daarmee verklaarde hij officieel dat Pacelli een heldhaftig deugdzaam leven heeft geleid. Dat hij nog niet is zaligverklaard, komt volgens Gumpel omdat er nog geen wonder op voorspraak van Pius XII kon worden vastgesteld. Een aantal meldingen van opzienbarende genezingen zijn onderzocht, maar er zijn geen goede aanwijzingen gevonden dat die een bovennatuurlijke oorzaak hadden. 

En hoe zit het met hardnekkige verwijt aan het adres van paus Pius XII dat hij over de Holocaust heeft gezwegen? “Er was geen sprake van ‘zwijgen’ of ‘passiviteit’. Pacelli heeft zich op vele manieren en met vele middelen voor vervolgde mensen en vooral voor Joden ingezet. Maar ook hij begreep dat openlijke protesten onder de toenmalige omstandigheden geen zin hadden, zelfs averechts waren en schade zouden toebrengen.” Gumpel verwijst hier naar het protest van de Nederlandse bisschoppen tegen de jodenvervolging en het daaropvolgende Duitse wraakbevel tot deportatie van alle katholieken van Joodse komaf. 

Ook dat Pius XII niets zou hebben ondernomen tegen de razzia in het Ghetto van Rome, verwijst Gumpel naar het rijk der fabelen. En over het jongste verwijt dat Pius ook na de oorlog over de Shoah zou hebben gezwegen, zegt de jezuïet: “Dat is niet waar. Rond 1946 ontving hij een groep voormalige Auschwitz-gevangenen in audiëntie, die in hun concentratiekampkleding naar het Vaticaan waren gekomen. Hij verwelkomde hen en sprak uitvoerig met hen.”

Peter Gumpel, geboren in 1923 in Hannover, groeide op in een rijke Duitse familiie. Zijn tot het katholieke geloof bekeerde vader sloeg in 1933 met zijn gezin op de vlucht voor de nazi’s. Peter werd eerst in Frankrijk ondergebracht en vanaf 1938 in Nederland. Hij verbleef tot kort na de oorlog op het Canisius College van de jezuïeten in Nijmegen. Vervolgens vertrok hij naar Rome, waar hij in 1952 tot priester werd gewijd. In 1964 promoveerde hij tot doctor in de kerkgeschiedenis aan de Pauselijke Gregoriana Universiteit, waar hij hoogleraar werd.