07-09-2019

Volgende week zou De knielende Petrus van Rembrandt voor het eerst in 120 jaar weer in Nederland te zien zijn. Het Joods Historisch Museum had een tentoonstelling gepland rond dit schilderij uit 1631. Maar de eigenaar, het Israel Museum in Jerusalem, durft het toch niet aan om het uiterst kostbare werk uit te lenen. 
Dat meldt Nieuwsuur

De knielende Petrus was ooit aangekocht door een rijke kunstverzamelaar in de Verenigde Staten. Die besloot het te schenken aan de staat Israël. 

Het Israel Museum in Jeruzalem liet kort voor de opening van de expositie in Amsterdam weten dat het voor de bruikleen garanties verlangt die het ministerie van Buitenlandse Zaken niet kan afgeven. Zo moest de Nederlandse staat garanderen dat er bijvoorbeeld door een claim van een derde partij absoluut geen door een rechter bevolen beslag op het kunstwerk kan worden gelegd. Doordat de staat dat niet kan garanderen, zal het schilderij niet naar Nederland komen. Het Joods Historisch Museum heeft besloten om de tentoonstelling toch door te laten gaan met De knielende Petrus in gereproduceerde vorm.

Het schilderij moest het hoogtepunt zijn van de tentoonstelling in het kader van het jubileumjaar ‘Rembrandt en de Gouden Eeuw’, die op 13 september 2019 opent. 

De knielende Petrus is Rembrandts voorstelling van de apostel Simon bar Jona (door Jezus ‘Rots’ [Grieks: Petros] genoemd) in de gevangenis. Koning Herodes had Petrus laten opsluiten, zo staat er in het twaalfde hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen. Opvallend is dat Rembrandt het traditionele iconografische attribuut van Sint-Petrus ook heeft afgebeeld: de twee sleutels van het hemelrijk. In het Mattheüsevangelie (16:19) staat dat Jezus tegen Petrus zei: “Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen. En wat u op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen. En wat u op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.”