10-09-2019

Voor het eerst stelt een Nederlandse moeder die haar kind heeft moeten afstaan, de Staat aansprakelijk voor het leed dat haar is aangedaan. Die moeder is Trudy Scheele-Gertsen. Zij zegt in de jaren zestig gedwongen te zijn haar zoon af te staan, omdat ze ongehuwd zwanger was geraakt. Dat schrijft dagblad Trouw vandaag.

De jonge moeder kwam terecht in een huis van de rooms-katholieke Sint-Paula Stichting in Oosterbeek, gerund door de Kleine Zusters van de Heilige Joseph.

De zorg voor ongehuwde moeders was in de jaren zestig nog volledig gericht op het scheiden van ongehuwde moeders van hun baby’s. Ongehuwd moeder zijn werd als een schande gezien, met alle negatieve maatschappelijke gevolgen van dien. 

Scheele-Gertsens advocaat zegt nu dat er in die tijd echter al in Nederlandse en internationale wetgeving was vastgelegd dat de band tussen moeder en kind in principe behouden moet blijven. Daar komt bij dat de toen 22-jarige vrouw haar kind nooit heeft willen afstaan. Dat had de Raad voor de Kinderbescherming kunnen weten, betoogt de advocaat. 

De jonge moeder is volgens de advocaat uit de ouderlijke macht gezet terwijl aan de voorwaarden daarvoor niet was voldaan. Ze zegt nooit door de rechtbank gehoord te zijn en heeft in die periode van niemand gehoord dat ze recht had op bijstand en financiële steun van de vader van het kind. 

Hoewel Scheele-Gertsen zelf meermaals had aangegeven haar zoon op te willen voeden, heeft het jongetje uiteindelijk bijna drie jaar in een tehuis moeten wonen voor hij geadopteerd werd. Vorig jaar las zij in zijn dossier dat hij in die periode zijn moeder miste en veel huilde. “Wat er met mij en hem is gebeurd, is mensonterend”, zegt Scheele-Gertsen in Trouw. “Daarom wil ik het aan de kaak stellen.”

Scheele-Gertsen schat dat er in de tijd dat zij in Oosterbeek woonde tussen de vijftien en twintig vrouwen in het huis zaten. Allemaal stonden ze hun baby af. Allemaal moesten ze geblinddoekt bevallen. “Maar ik stond erop dat ik mijn kind mocht zien.” Maar ook al beviel ze zonder blinddoek, haar zoon werd onmiddellijk na de geboorte, in februari 1968, bij haar weggehaald. Ze mocht haar zoon niet zien van de nonnen, herinnert ze zich, maar ze drong aan en zag hem in die dagen één keer. Negen dagen na de geboorte werd ze opgehaald door haar moeder, haar zoontje bleef achter bij de Sint-Paula Stichting.