04-12-2019
Voor de 25ste keer vindt dezer dagen een VN-Klimaatconferentie plaats. Deze editie wordt in Madrid gehouden en is maandag van start gegaan. In zijn vandaag gepubliceerde boodschap aan het presidium roept paus Franciscus op tot dringende maatregelen om de emissie van broeikasgassen terug te dringen, zodat de volgende generaties niet worden opgezadeld met de rampzalige gevolgen van de klimaatverandering.
De paus betreurt het dat de verwezenlijking van doelstellingen van het Akkoord van Parijs uit 2015 verder weg lijken dan ooit. Hij baseert zich op recente speciale rapporten van het Intergouvernementeel Panel inzake Klimaatverandering (IPCC). “Ze laten zien hoe ver woorden verwijderd zijn van concrete acties!”
Franciscus’ boodschap, opgesteld in het Engels, is gericht tot Carolina Schmidt, de Chileense minister van Milieu. Zij treedt op als voorzitter van de COP25 (2-13 december) in Madrid. Eigenlijk zou de conferentie in Chili worden gehouden, maar vanwege de sociale onrust aldaar is uitgeweken naar Spanje.
“Talrijke studies vertellen ons dat het nog steeds mogelijk is om de opwarming van de aarde te beperken. Om dit te doen hebben we een duidelijke, vooruitziende en krachtige politieke wil nodig om een nieuwe koers te volgen die gericht is op het heroriënteren van financiële en economische investeringen in die gebieden die echt de voorwaarden waarborgen voor een menswaardig leven op een 'gezonde' planeet, voor vandaag en morgen”, schrijft de paus aan minister Schmidt. “Dit alles roept ons op om nauwgezet na te denken over het belang van onze consumptie- en productiemodellen en over de processen van educatie en bewustwording om ze in overeenstemming te brengen met de menselijke waardigheid.”
De paus noemt de krachtsinspanning die de mensheid moet leveren om de planeet leefbaar te houden een “uitdaging van de beschaving”. Hij roept op de menselijke waardigheid centraal te stellen in het bewustzijn dat alle ondernomen acties niet op zich staan maar effecten hebben op het geheel.
“Jongeren tonen tegenwoordig een verhoogde gevoeligheid voor de complexe problemen die voortvloeien uit deze ‘noodsituatie’”, schrijft Franciscus. “We mogen de last niet leggen op de volgende generaties om de problemen van de vorige aan te pakken. In plaats daarvan moeten we hen de kans geven om onze generatie te herinneren als degene die vernieuwend is geweest en met een eerlijk, verantwoordelijk en moedig bewustzijn gehandeld heeft vanuit de fundamentele behoefte om samen te werken om ons gemeenschappelijke thuis te behouden en te cultiveren”.