19-07-2020

Paus Franciscus geeft vandaag in zijn wekelijkse Angelustoespraak gezegd zich zorgen te maken over een grensconflict tussen Armenië en Azerbeidzjan.

De twee voormalige Sovjetrepublieken beschuldigen elkaar van vijandelijk geweld. Volgens de Armeense regering heeft het leger van Azerbeidzjan onlangs dorpen in Armenië bestookt met mortieren en houwitsers. De regering van Azerbeidzjan beweert dat juist Armenië dorpen in zijn land heeft bestookt met wapens van “groot kaliber”. Sinds donderdag zijn de gevechten weer opgelaaid, nadat het woensdag enige tijd rustig was. 

“Ik volg vooral met bezorgdheid de hernieuwde gewapende spanningen in de Kaukasusregio tussen Armenië en Azerbeidzjan van de afgelopen dagen. Ik verzeker u van mijn gebeden voor de families van degenen die tijdens de gevechten zijn omgekomen. Ik hoop dat we met de inzet van de internationale gemeenschap en door middel van dialoog en de goede wil van de partijen tot een duurzame vreedzame oplossing kunnen komen, die het welzijn van die geliefde volken ten goede komt”, zei de paus, die Armenië in juni 2016 bezocht en Azerbeidzjan in oktober 2016.

Rusland is een bondgenoot van Armenië terwijl Azerbeidzjan steun van Turkije krijgt. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavuşoğlu liet buurland Armenië dreigend weten dat “Azerbeidzjan niet alleen staat en dat de Armeense houding onacceptabel is”. Rusland daarentegen riep beide de landen op de gevechten te stoppen.

In 1991 verlieten beide landen de Sovjet-Unie. Tijdens dat proces hadden ze al een gewapend conflict over het verloop tussen de nieuwe republieken. In 1994 werd een broze vrede getekend, die in de praktijk niet meer dan een gespannen wapenstilstand blijkt. 

In Armenië is het overgrote deel van de bevolking christen en in Azerbeidzjan bestaat een grote moslimmeerderheid. 

De paus deed vandaag opnieuw een oproep aan alle strijdende partijen in de hele wereld. “Op dit moment, nu de pandemie niet ophoudt, wil ik ervoor zorgen dat ik dicht bij de mensen sta die met de ziekte en de economische en sociale gevolgen ervan te maken hebben. Mijn gedachten gaan vooral uit naar die bevolkingsgroepen waarvan het lijden wordt verergerd door conflictsituaties. Op basis van een recente resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties herhaal ik mijn oproep voor een wereldwijd en onmiddellijk staakt-het-vuren dat de vrede en veiligheid mogelijk maakt, die nodig zijn om de nodige humanitaire hulp te verlenen.”