07-11-2018

De regering van de Helleense Republiek en de Orthodoxe Kerk van Griekenland hebben dinsdag een akkoord bereikt waardoor kerk en staat verder van elkaar worden gescheiden. Het resultaat is dat ongeveer 10.000 priesters en kerkelijke medewerkers niet langer meer op de loonlijst van de wereldlijke overheid staan.

De Kerk van Griekenland wordt door de Griekse staat erkend als de officiële godsdienst van het land. De orthodoxe religie behoort volgens de grondwet zelfs tot de nationale identiteit.

De overeenkomst tussen staat en kerk werd ondertekend door minister-president Alexis Tsipras en aartsbisschop Ieronymos II van Athene, de primaat van de Kerk van Griekenland.

Nu geestelijken niet meer rechtstreeks door de staat worden betaald, zal de overheid in een overgangsfase jaarlijks subsidie verstrekken aan een kerkelijk fonds.

De deal is de uitkomst van een jarenlange twist tussen de kerk en de Griekse politiek. De Orthodoxe Kerk is een van de machtigste eigenaars van onroerend goed in het land. Critici vonden het onverteerbaar dat in een moderne democratie geestelijken van zo'n rijke kerk dezelfde status hadden als ambtenaren. De jaarlijkse kosten van de priestersalarissen bedroegen ongeveer 200 miljoen.

De Kerk van Griekenland is een van de autocefale kerken van de wereldwijde orthodoxie. Niet alle delen van het land vallen echter onder haar jurisdictie. Zo ressorteert Kreta onder het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel.