28e zondag door het jaar (b)
Plebaan Vincent Blom
Sint-Janskathedraal te Den Bosch

Lezingen:
Wijsheid 7, 7-11

Hebreeën 4, 12-13
Marcus 10, 17-30

Vanmiddag ben ik bij parochianen genodigd om hun nieuwe woning in te zegenen. Het is een oud en goed gebruik dat katholieken bij het betrekken van een huis om Gods Zegen vragen over hun woning, opdat zij die er wonen in geloof, hoop en liefde mogen samenleven. Dat hun huis een thuis zal zijn en verwijst naar het heilig Huisgezin van Nazareth. Het gezin van Jezus, Maria en Jozef.

In het huis dat ik straks mag gaan zegenen, is boven de voordeur, in glas-in-lood, een afbeelding van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch aangebracht. De bewoners willen daarmee ook heel bijzonder de voorspraak van Maria vragen over hun samenleven en voor allen die hun huis bezoeken.

Ja, vele huizen in onze stad worden gesierd door een afbeelding van de Zoete Moeder. Maria brengt ons samen. Zij brengt ons hier samen rond het altaar van haar Zoon. En vandaag, in deze oktobermaand, staat haar beeltenis centraal.
Maria bidt met ons mee. In haar litanie roepen wij haar aan als zetel van wijsheid. Zo komen velen naar deze kathedraal, dit heiligdom van de Zoete Moeder van Den Bosch, om te bidden om inzicht, om wijsheid.

Ook wij mogen vandaag op voorspraak van de Moeder Gods bidden met de woorden die de eerste lezing ons aanreikt: ‘Ik bad en inzicht werd mij geschonken, ik smeekte en de geest der wijsheid kwam over mij.’ De wijsheid wordt het meest kostbaarste genoemd dat een mens zich kan verwerven.

Aan die wijsheid, zo hoorden wij in het evangelie, ontbrak het de rijke jongeling. Hij bidt tot Jezus om wijsheid en inzicht: wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven? Het ontbrak hem in materieel opzicht aan niets. Maar het ontbrak hem wel aan gelovig vertrouwen op God. Geld en goed, zo maakt Jezus duidelijk, kunnen zijn leven niet veiligstellen en zijn evenmin een waarborg om het eeuwig leven te verwerven. Wie de wijsheid van God gekregen heeft, zal het aan niets ontbreken. Vergaar geen schatten en rijkdom op aarde, zo houdt Jezus ons voor. Je ware rijkdom ligt bij God en bij Hem alleen.

Het evangelie van deze zondag is daarmee een echo van wat Maria uitzingt in haar Magnificat: Het koninkrijk van God er is voor de kleinen, de nederigen. Heersers worden van hun troon gestoten en de eenvoudigen verheven. De behoeftigen schenkt God overvloed maar de rijken gaan heen met lege handen.

Broeders en zusters, vanmiddag mag ik de nieuwe woning van parochianen gaan zegenen. Ieder die hun huis binnengaat ziet boven de voordeur de beeltenis van de Zoete Moeder. Maria heeft een plaats in dit huis, in dit gezin.

Laten we allen de Moeder Gods een plaats geven in ons leven. Laten we de woorden van het Magnificat een plaats geven in ons leven en, gesterkt door de voorspraak van Maria, bidden om wijsheid en inzicht op de weg van ons leven.