08-12-2018

In de Algerijnse stad Oran zijn vandaag in naam van paus Franciscus negentien martelaren verheven tot de eer der altaren. De nieuwe zaligen worden aangeduid als ‘Pierre Claverie en Gezellen’.

De in Algiers geboren dominicaan Pierre Claverie was sinds 1981 bisschop van Oran; op 1 augustus 1996, tijdens de Algerijnse Burgeroorlog, werd hij en zijn chauffeur Mohamed Bouchikhi met een bom om het leven gebracht. De “Gezellen” zijn zes vrouwelijke religieuzen, zeven trappisten, vier witte paters en een broeder marist. Op 27 januari 2018 werden zij door de paus uitgeroepen tot martelaar; dat betekent dat hun dood wordt beschouwd als een uiterst gevolg van hun geloofsgetuigenis.

Paus Franciscus zegt in een vandaag gepubliceerde speciale boodschap aan de gelovigen van de Kerk van Algerije te hopen dat deze zaligverklaring kan bijdragen aan een “geest van broederschap, vriendschap en dienstbaarheid”. De Heilige Vader betoont ook zijn dankbaarheid aan de Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika, omdat hij het mogelijk heeft gemaakt dat de plechtigheid kon plaatsvinden in het land waar de zaligen de marteldood stierven.

De paus sprak vandaag over Pierre Claverie en Gezellen in zijn Angelustoespraak bij gelegenheid van het hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis. “Hun moedige getuigenis is een bron van hoop voor de Algerijnse katholieke gemeenschap en levert kiemkracht voor dialoog in de gehele samenleving. Moge deze zaligverklaring voor ons een stimulans zijn om gezamenlijk een wereld van broederschap en solidariteit op te bouwen. Laten wij applaudisseren voor de nieuwe zaligen; allemaal samen!”, zei Franciscus tot de menigte op het Sint-Pietersplein.

lees: Bisschop Bonny bij zaligverklaring Martelaren van Algerije

Gisteravond vond in de Onze Lieve Vrouwkathedraal van Oran een vigilie plaats ter voorbereiding op de zaligverklaring. Daarbij aanwezig was broeder Jean Pierre Schumacher, de enige monnik van het trappistenklooster van Tibhirine die aan de moordpartij ontkwam.

De negentien religieuzen stierven ten tijde van de Algerijnse Burgeroorlog (1991-2002), een bloedig conflict tussen de regering en radicale moslimfacties, waarbij naar schatting 150.000 doden zijn gevallen. Er werden door terroristen gruwelijke slachtpartijen aangericht; zo werd bij de inwoners van complete dorpen de hals doorgesneden.

De monniken van Tibhirine werden in maart 1996 ontvoerd uit hun klooster. Eind mei van dat jaar werden alleen hun hoofden teruggevonden. Over de identiteit van de ontvoerders en moordenaars bestaat onduidelijkheid. Volgens de officiële verklaring waren het moslimfundamentalisten van GIA (Groupes Islamiques Armés); ook wordt beweerd dat de trappisten per ongeluk door het Algerijnse regeringsleger waren gedood.

Namen van de negentien Martelaren van Algerije:

  • Broeder Henri Vergès F.M.S.
  • Zuster Paul-Hélène Saint-Raymond P.S.A.
  • Zuster Esther Paniagua Alonso A.M.
  • Zuster Caridad Álvarez Martín A.M.
  • Pater Jean Chevillard M.Afr
  • Pater Alain Dieulangard M.Afr.
  • Pater Charles Deckers M.Afr.
  • Pater Christian Chessel M.Afr.
  • Zuster Angèle-Marie (Jeanne Littlejohn) – N.D.A.
  • Zuster Bibiane (Denise Leclercq) – N.D.A.
  • Zuster Odette Prévost P.S.S.C.
  • Dom Christian De Chergé O.C.S.O.
  • Broeder Luc Dochier O.C.S.O.
  • Pater Christophe Lebreton O.C.S.O.
  • Broeder Michel Fleury O.C.S.O.
  • Pater Bruno Lemarchand O.C.S.O.
  • Pater Celestin Ringeard O.C.S.O.
  • Broeder Paul Favre-Miville O.C.S.O.
  • Monseigneur Pierre Claverie O.P