14e zondag dhj (a)

Pastoor Jurgen Jansen

Lambertusbasiliek, Hengelo



Lezingen:

Zacharia 9, 9-10

Romeinen 8, 9.11-13

Matteüs 11, 25-30



Wat we ons wellicht herinneren van toen we nog jong waren, of wat we ervaren als we nog jong zijn, meestal ging de geschiedenis over koningen, keizers, rijken, machtigen. Hoe die leefden en dachten. Hun oorlogen, hun machtspolitiek, hun puur politieke huwelijken, daar hoorden we alles over. Maar over de gewone, de eenvoudige mens werd zo goed als niets verteld, want daar weet men eigenlijk niet echt veel van: hoe hij leefde, hoe hij woonde en werkte, hoe hij dacht, nee, dat horen we nog steeds niet.




Dat is wat ook Jezus ondervond. De rijken, de machtigen, de bezitters hebben helemaal geen belangstelling voor zijn boodschap van liefde en vrede, en voor Gods doel met de mens. Nee, alleen hun eigen doel telde, en dat doel was macht, rijkdom, bezit, en niet vrede, broederlijkheid, hulpvaardigheid, liefde. Niets daarvan voor die ‘wijzen en verstandigen’ zoals Jezus hen in het evangelie noemt.



Voor hen blijft het doel van de Heer verborgen, omdat ze het niet willen zien. Dat doel wordt alleen geopenbaard aan kinderen, voegt Jezus eraan toe, en met die kinderen bedoelt Hij niet ‘kleine kinderen’, maar eenvoudige mensen, mensen die niet verloren lopen in hun eigen wensen, hun eigen rijkdom, hun eigen macht.



Zelf behoort Jezus natuurlijk niet tot zulke mensen. Dat horen we al in de eerste lezing. De Messias is de nederige koning die niet oorlogszuchtig boven en op de mensen neerkijkt, maar die vrede brengt, zegt de profeet Zacharias. En het juk dat Hij onder de mensen brengt, is geen juk van last, dwang en beproeving, integendeel, het is zacht en licht, voegt Jezus daaraan toe.

Het is dus helemaal anders dan het veeleisende juk dat zo vaak op ons drukt. Het juk van veel te hoge verwachtingen en veel te hoge werkdruk. Het juk van maatschappelijke druk, en van onrecht en prestatiedrang.



‘Neem mijn juk op uw schouders en leer van Mij, en gij zult rust vinden voor uw zielen’, brengt Jezus daartegen in. Want zijn juk, dat is nederigheid, dat is hulpvaardigheid, dat is troost voor mensen in pijn en verdriet, dat is zachtmoedigheid, dat is zoeken naar gerechtigheid, naar barmhartigheid, naar goedheid, naar vrede. Dat is houden van God, en houden van je medemens zoals je van jezelf houdt. Dat is leven naar Jezus’ woorden en daden.



Laten we daar werk van maken: proberen te leven zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. Proberen mee te bouwen aan de wereld die God bij zijn schepping heeft gedroomd: een wereld waar plaats is voor iedereen. Proberen te zijn zoals Jezus: zachtmoedig en nederig van hart.

Kunnen we ons een beter, een gelukkiger leven voorstellen?