Kathedraal van Canterbury

Canterbury (KNA), 7 maart 2023Er hangen donkere wolken boven Canterbury. Dit is waarschijnlijk de beste manier om de stemming te beschrijven in de Anglicaanse Gemeenschap, die momenteel een nieuwe existentiële crisis doormaakt. De aanleiding is het recente besluit van de Church of England om vast te houden aan het traditionele huwelijk, maar tegelijkertijd homoseksuele paren te zegenen.

De 42 lidkerken van de Anglican Communion ruziën al jaren over de vraag hoe ze met deze kwestie moeten omgaan. Vooral de meer conservatieve anglicanen in het zogenaamde Zuiden van de wereld koesteren wrok tegen de Engelse moederkerk en haar leider, aartsbisschop Justin Welby van Canterbury. Zij willen hem niet langer erkennen als primus inter pares (‘eerste onder zijn gelijken’), als de primaat van de anglicaanse wereldkerk, zoals vooraanstaande vertegenwoordigers van de Global South Fellowship of Anglican Churches (GFSA) eind februari aankondigden.

Anglicaanse kerken uit Zuiden boos over inzegening homorelaties in Engeland  (13 februari 2023)

Het verzet komt vooral uit Afrika. Onder de twaalf ondertekenaars van de verklaring tegen de Church of England bevinden zich de anglicaanse kerkleiders in Soedan, Congo en de reuzenprovincie Alexandrië; naast Egypte zijn ook Ethiopië, Algerije en vijf andere landen in Noord- en Oost-Afrika vertegenwoordigd. Ook de primaat van de kerk van Oeganda, aartsbisschop Stephen Samuel Kaziimba, sprak zich uit. In zijn ogen zijn het huwelijk en de inzegening van homoseksuele paren één en hetzelfde. Hij beschuldigt de moederkerk in Engeland er dan ook van “van het anglicaanse geloof te zijn afgeweken” en “haar theologische legitimiteit te hebben verloren”.

De GFSA reageerde over het algemeen “met grote bezorgdheid” op het besluit van de generale synode van de Church of England. Door zich open te stellen voor homoseksuelen had zij zichzelf gediskwalificeerd om als moederkerk de ongeveer 80 miljoen anglicanen wereldwijd te leiden. Aartsbisschop Welby kan dus niet langer als “eerste onder gelijken” worden beschouwd, aldus het protest uit het Zuiden.

Maria Frahm-Arp, godsdienstwetenschapper aan de Universiteit van Johannesburg, ziet de breuk in het kerkgenootschap als een “triest moment” - hoewel niet verrassend. “Er is de afgelopen tien jaar veel druk uitgeoefend op de Anglicaanse Kerk, vooral in landen in het Noorden van de wereld, om toe te staan dat paren van hetzelfde geslacht door priesters in de kerk worden gezegend.” De afkeer daarvan illustreert “hoezeer de opvattingen en theologie binnen de gemeenschap uiteen zijn gaan lopen”. Op den duur zal de Anglicaanse Gemeenschap waarschijnlijk “in verschillende kerken uiteenvallen”, aldus de deskundige in Anglican Studies.

Volgens Frahm-Arp getuigt het geschil van een groeiende geestelijke kloof tussen geïndustrialiseerde landen en ontwikkelingslanden. Het streven naar dekolonisatie heeft de kerkelijke verdeeldheid versneld, zegt zij: “Veel mensen in Afrika weigeren deel uit te maken van een kerk die geworteld is in het kolonialisme en geleid wordt door de kolonisatoren.” Tot op zekere hoogte, zegt zij, heeft de homo-zegening de conservatieve anglicanen een excuus gegeven: na jaren van sluipende afscheiding konden ze het nu officieel maken.

En de toekomst van de neo-anglicaanse kerken? “Ik denk dat de Afrikaanse anglicaanse kerken zeker onafhankelijk en goed kunnen functioneren. Na de Tweede Wereldoorlog kregen ze geen belangrijke financiële steun meer van de Church of England”, zegt Frahm-Arp. Bovendien zouden de onafhankelijke kerken hun eigen liturgie en theologie kunnen ontwikkelen, aldus de deskundige. “Daardoor zouden ze een kerkbeleving kunnen creëren die meer mensen aanspreekt, en zouden ze net zulke grote massa's gelovigen kunnen trekken als de pinksterkerken in Afrika nu doen.”