Salta, 30 april 2022 - De aartsbisschop van het Argentijnse bisdom Salta verkeert in conflict met een communiteit van slotzusters omdat die steun bieden aan een vrouw die beweert dat Maria aan haar verschenen is. Hoewel een apostolisch visitatie van afgelopen najaar in het voordeel van de aartsbisschop uitpakte, hebben de nonnen de zaak aanhangig gemaakt bij de wereldlijke rechtbank waar zij hem beschuldigen van “herhaalde pesterijen” en vrouwendiscriminatie.
Aartsbisschop Mario Cargnello van Salta (in het noordwesten van Argentinië) wil niet dat de ongeschoeide karmelietessen van het Sint-Bernardusklooster in Salta de devotie tot de Maagd van de Heuvel (Virgen del Cerro) promoten.
Een vrouw, María Livia Galliano de Obeid, beweert dat zij vanaf 1990 verschijningen kreeg van de Onbevlekte Moeder van het Goddelijke Eucharistisch Hart van Jezus. Volgens het aartsbisdom Sala is hier echter geen sprake van authentieke bovennatuurlijke ervaringen. Intussen groeit de groep katholieken die wel geloven in de verschijningen van de Maagd van de Heuvel aan Livia. De fanatiekste aanhangers zijn de karmelietessen van Salta.
Het Vaticaan heeft inmiddels ingegrepen door een benedictijnse abdis als ‘apostolisch assistent’ voor de karmelietessengemeenschap aan te stellen.
Volgens de nonnen gaat het echter om meer dan de afkeer van de aartsbisschop voor de devotie tot de Maagd van de Heuvel. Hij is volgens hen een vrouwenhater.
De advocaten van het klooster zeggen dat de situatie al slecht is sinds 1999, toen Cargnello de zetel van Salta in bezit nam. Eerder deze maand besloten de nonnen een formele klacht in te dienen, waarin zij stellen dat zij het recht hebben om zonder geweld te leven, met eerbiediging van hun lichamelijke integriteit en geloofsovertuiging, en waarin zij opkomen voor de autonomie van het klooster, dat technisch gezien onder de jurisdictie van de Heilige Stoel valt.
De advocaten van het klooster zeggen dat de klacht zich niet richt op een specifiek misdrijf, maar dat er sprake is van “een langdurige en complexe verhouding, gekenmerkt door indringende eisen en gedragingen, voortkomend uit zijn superioriteit, opschepperigheid en machismo, hetzij door hemzelf hetzij met de hulp van derden”.
De advocaten van de aartsbisschop ontkennen alles, en schrijven de beschuldiging toe aan ontrouw aan de karmelitaanse spiritualiteit. Het aartsbisdom weigert verder ieder commentaar.