Vastgoed Chelsea

Rome, 27 juli 2021 In het Vaticaan is vandaag een belangrijk strafproces van start gegaan. De voornaamste aangeklaagde is kardinaal Angelo Becciu staat voor het tribunaal van Vaticaanstad terecht. Hij is aangeklaagd op verdenking van het misbruiken van kerkelijke fondsen. Hij zou grote sommen geld hebben uitgegeven ter investering in vastgoed in de Londense wijk Chelsea. Die deal mislukte waardoor de Heilige Stoel 350 miljoen euro zou hebben verloren. Ook wordt Becciu ervan verdacht gelden te hebben doorgesluisd naar bedrijven van familieleden op Sardinië. De geestelijke houdt vol dat hij onschuldig is.

De speciale voor dit proces ingerichte rechtszaal bevindt zich in de Vaticaanse Musea - niet de gebruikelijke rechtszaal, omdat er meer ruimte nodig was vanwege de coronaregels en het aantal aanwezigen. Het proces zal naar verwachting maanden duren. De twee zittingen van deze week – over technische zaken – zullen waarschijnlijk tot oktober worden verdaagd.

Becciu werd in september, toen het financieel schandaal aan het licht kwam, door de paus ontslagen als prefect van de Congregatie voor de Heiligverklaringsprocessen. Ook werden hem alle privileges die behoren bij het kardinalaat, ontnomen. Zo mag hij niet meedoen aan een conclaaf. Becciu’s functie daarvóór was hoofd Algemene Zaken van het Staatssecretariaat, waar hij kon beschikken over grote sommen geld afkomstig van giften van gelovigen.

Een twee jaar durend onderzoek legde bloot hoe het Vaticaan miljoenen euro's, waaronder donaties van gelovigen, verloor na de aankoop van een voormalig Harrods-pakhuis in Sloane Avenue, Chelsea, in 2014.

Negen andere verdachten worden ook beschuldigd van misdrijven als afpersing, verduistering, witwassen van geld en ambtsmisbruik.

De negen andere beschuldigden zijn:

  • De Zwitserse jurist René Brülhart, die eerder aan het hoofd stond van de financiële reguleringsinstantie van het Vaticaan, de voormalige Financiële Informatie Autoriteit, en zijn ex-plaatsvervanger Tomasso di Ruzza;
  • Monseigneur Mauro Carlino, die kardinaal Becciu's privésecretaris was;
  • Enrico Crasso, een voormalig investeringsmanager van het Vaticaan;
  • Cecilia Marogna, beschuldigd van het kopen van luxegoederen met fondsen die door de kardinaal waren goedgekeurd voor Vaticaans inlichtingenwerk, waaronder pogingen om in verschillende landen gegijzelde geestelijken te bevrijden.
  • Raffaele Mincione;
  • Nicola Squillace;
  • Fabrizio Tirabassi;
  • Gianluigi Torzi.

Alle verdachten beweren dat ze niets verkeerd hebben gedaan. Als ze schuldig worden bevonden, kunnen ze gevangenisstraffen of boetes krijgen, of beide.

In april besloot de paus dat kardinalen en bisschoppen die van misdrijven worden beschuldigd voortaan door lekenrechters kunnen worden berecht - en niet door kardinalen, zoals voorheen het geval was.

Bij de onderzoeken, die in juli 2019 werden opgestart naar aanleiding van een klacht van het Instituut voor Religieuze Werken en de dienst van de Vaticaanse auditeur-generaal, was sprake van “een volledige synergie”tussen de aanklager en de afdeling gerechtelijke politie van het Vaticaans korps der gendarmerie. De onderzoeken werden ook verricht in nauwe en vruchtbare samenwerking met het Openbaar Ministerie van Rome en de Economische en Financiële Politie-eenheid. Ook was er sprake van samenwerking met de parketten van Milaan, Bari, Trento, Cagliari en Sassari en hun respectieve afdelingen van de gerechtelijke politie.

De onderzoeken, die ook in verschillende andere landen (Verenigde Arabische Emiraten, Groot-Brittannië, Jersey, Luxemburg, Slovenië, Zwitserland) werdeb uitgevoerd, brachten een uitgebreid netwerk aan het licht van relaties met marktdeelnemers op de financiële markten die aanzienlijke verliezen voor de financiën van het Vaticaan hebben veroorzaakt, waarbij ook middelen zijn onttrokken die bestemd waren voor de persoonlijke liefdadigheidswerken van de paus.

“Het gerechtelijk initiatief houdt rechtstreeks verband met de aanwijzingen en hervormingen van paus Franciscus, in het werk van transparantie en herstel van de financiën van het Vaticaan; werk dat, volgens de aanklacht, werd tegengewerkt door speculatieve illegale activiteiten en schadelijk was voor de reputatie in de termen die in het verzoekschrift tot berechting zijn aangegeven”, zo liet Vaticaan op 3 juli weten.