San Salvador, 28 augustus 2021 - De jezuïet en bevrijdingstheoloog Rutilio Grande García, die in 1977 in El Salvador werd vermoord, zal op 22 januari worden zaligverklaard. Volgens een vandaag uitgebrachte verklaring van de Salvadoraanse Bisschoppenconferentie heeft paus Franciscus de datum bevestigd.
De plechtigheid in de hoofdstad San Salvador zal namens de paus worden geleid door de hulpbisschop van het aartsbisdom San Salvador, kardinaal José Gregorio Rosa Chávez. Het besluit met “grote vreugde” ontvangen, aldus de bisschoppenconferentie.
Franciscus had vorig jaar al de weg vrijgemaakt voor een zaligverklaring van Rutilio en zijn met hem gestorven metgezellen Manuel Solorzano en Nelson Lemus door hen uit te roepen tot martelaren. Een wonder op voorspraak van een kandidaat-zalige is in dat geval niet vereist.
Pater Rutilio Grande werd op 12 maart 1977 in Aguilares in een hinderlaag met mitrailleurvuur neergeschoten terwijl hij naar een kerk reed om er de avondmis te doen. Een organisatie van grootgrondbezitters eiste de verantwoordelijkheid voor de misdaad op.
Rutilo Grande García, geboren in 1928 en tot priester gewijd in 1959, werd in 1972 pastoor van de parochie Aguilares, waar hij zijn kinder- en jeugdjaren had doorgebracht. Daar hielp hij een zogenaamde basisgemeenschap op te bouwen. Hij zette zich intensief in voor de verbetering van de levensomstandigheden van landarbeiders en kleine boeren. Hij ontving meerdere doodsbedreigingen.
Hij was bevriend met de in 1980 vermoorde aartsbisschop Óscar Romero y Galdámez, die in 1980 werd vermoord, en met zijn Argentijnse medebroeder Jorge Bergoglio de huidige paus.
De moord op de jezuïet werd de beslissende impuls voor Romero om consequent partij te kiezen voor de armen en onderdrukten. Eerder had hij een “politisering” van de kerk afgewezen. In 14 oktober werd Romero heiligverklaard.
Samen met Grande, Solorzano en Lemus zal in januari ook de Italiaanse priester en missionaris Cosma Spessotto zalig worden verklaard. Hij werd vermoord in een kerk in El Salvador in 1980 op 27 jarige leeftijd. In die tijd was hij ook een van de kerkelijke stemmen in het Midden-Amerikaanse land die zich openlijk uitspraken tegen het heersende militaire regime.