’s-Hertogenbosch, 1 juli 2021 – Het is vandaag Keti Koti, de dag waarop in Nederland en Suriname jaarlijks herdacht wordt dat op 1 juli 1863 de slavernij in de Nederlandse koloniën werd afgeschaft. Er gaan stemmen op om van Keti Koti in Nederland een nationale feestdag te maken. Bisschop Gerard de Korte van ’s-Hertogenbosch vindt het daarvoor echter nog te vroeg.
“Ik denk dat het te vroeg is om van Keti Koti een nationale feestdag te maken”, zegt mgr. De Korte, binnen de Nederlandse Bisschoppenconferentie referent voor Kerk en Samenleving, tegenover KRO-NCRV.nl/katholiek. “Grote delen van de bevolking hebben daar aarzelingen bij of verzetten zich daar heftig tegen. Wij hoeven alleen maar te denken aan de reactie van de populistische partijen.”
De bisschop vreest dat het verheffen van Keti Koti tot nationale feestdag polarisatie tussen witte en zwarte mensen in de hand kan werken. “Laten wij andere wegen zoeken, wegen die mensen niet uiteendrijven maar verbinden. Juist de Kerk wil mensen verbinden. Misschien dat dialoogtafels zouden kunnen helpen. Rond spannende thema kan een dialoogtafel een mooi hulpmiddel zijn. Luisteren naar elkaars levensverhalen en zo wederzijds begrip voor elkaar krijgen.”
In de provincie Noord-Brabant, waarvan het oostelijk deel tot het diocees ’s-Hertogenbosch behoort, leeft Keti Koti nauwelijks, constateert Omroep Brabant. In Amsterdam des te meer. Burgemeester Femke Halsema heeft inmiddels namens het stadsbestuur excuses aangebonden voor de rol die de machtige stad aan het IJ heeft gespeeld in het slavernijverleden. Ze deed dat tijdens de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Amsterdamse Oosterpark (zie foto boven). “Voor de actieve betrokkenheid van het Amsterdamse stadsbestuur bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaaf gemaakten bied ik, namens het college van burgemeester en wethouders, excuses aan”, zei Halsema.
De Korte: “Van excuses maken is nooit iemand slechter geworden. De burgemeester van Amsterdam heeft dat vandaag gedaan voor het slavernijverleden van vroegere inwoners van de stad. Onze Kerk heeft mooie voorbeelden van publiek belijden van schuld. Ik denk aan de indrukwekkende schuldbelijdenis voor de donkere bladzijden binnen de Kerk in 2000. Paus Johannes Paulus toonde zich toen een groot moreel leider. Het belijden van schuld en het komen tot verzoening zijn fundamentele noties in het onderwijs van Jezus.”
Boodschap van Comité van Christelijke Kerken in Suriname voor het 1 juli-feest
De Bossche bisschop roept de maatschappij op om te luisteren naar de verhalen van zwarte mensen en over wat hun voorgeslacht is aangedaan. “Maar laten wij actueel die mensen helpen die maatschappelijk gezien kwetsbaar zijn. Het verleden kunnen wij niet ongedaan maken. Maar actueel kunnen wij wel sociaal onrecht bestrijden. En dat betreft veel meer mensen dan alleen de nakomelingen van slaven.” De Korte wijst hier op de centrale noties uit het katholiek sociaal denken zoals de bescherming van de menselijke waardigheid, het dienen van de gerechtigheid en onderlinge solidariteit.
D66 wil dat Keti Koti, op 1 juli een nationale feestdag wordt. De afgelopen weken riepen de vier grote steden hier ook al toe op en werd een door radiozender FunX gestarte petitie 40.000 keer ondertekend. Dat is voldoende voor een burgerinitiatief in de Tweede Kamer.
D66-Tweede Kamerlid Salima Belhaj kondigde gisteren tijdens een Kamerdebat over discriminatie en racisme een motie aan over Keti Koti. Volgens haar steunen in elk geval GroenLinks, PvdA, SP, Bij1, Denk, Fractie Den Haan, ChristenUnie, Volt en Partij voor de Dieren het initiatief. Dat is nog geen Kamermeerderheid. Die komt waarschijnlijk alleen tot stand met steun van VVD of CDA, maar die partijen zeggen nog niet van de noodzaak van een nieuwe feestdag overtuigd te zijn.
Keti Koti staat voor ‘Gebroken Ketenen’. Sinds de opkomst van de Black Lives Matter-beweging in Nederland is de roep om een nationale feestdag op deze datum volgens D66 luider geworden. “Door Keti Koti te erkennen als nationale feestdag doen we recht aan de pijnlijke geschiedenis en laten we zien hoe belangrijk gelijkwaardigheid is”, zegt Belhaj.
Uit een onderzoek in opdracht van tv-programma EenVandaag blijkt dat zes op de tien Nederlanders vinden dat Keti Koti geen nationale feestdag moet worden. Ook hoeft er volgens een meerderheid van de respondenten geen landelijk excuus te komen voor het slavernijverleden van Nederland. Deelnemers met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond zijn daar wel voorstander van.