Benedictus was een paus die het denken over een bezield Europa heeft bevorderd maar die fouten heeft gemaakt in de dialoog met andere godsdiensten. Dat is kort samengevat het commentaar van Marcel Poorthuis bij het overlijden van emeritus paus Benedictus XVI op 31 december 2022. Poorthuis was vanaf 2010 hoogleraar interreligieuze dialoog aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg. Onze redacteur Judith Holtackers sprak met hem.
- Wat beschouwt u als Benedictus’ grootste verdienste?
“Dat is zijn denken over Europa. Hij wist op de agenda te zetten dat geloof en rede samen kunnen gaan en dat levensbeschouwing niet iets is van kerken alleen maar van iedereen. Hij zocht het publieke debat op en waarschuwde terecht voor het gevaar van religieus analfabetisme. Niet alleen binnenkerkelijk maar ook op Europese schaal. Benedictus benadrukte, samen met de niet-gelovige filosoof Jürgen Habermas, hoe belangrijk de antieke beschaving en de Bijbel zijn en blijven voor de cultuur van Europa, als twee stromingen die daarin samenkomen.
Tegelijkertijd was hij zeer eurocentrisch. Hij had bijvoorbeeld niet de neiging om mee te wiegen op het ritme van Afrikaanse trommels, zoals zijn voorganger Johannes Paulus dat kon. Bij Benedictus leek het alsof hij dacht: wanneer mag ik weer naar Mozart luisteren?”
- Hoe opereerde Benedictus in zijn contacten met andere godsdiensten?
“Ook daarin vormde hij een contrast met zijn voorganger. Johannes Paulus was royaler. Die heeft juist de banden met andere religies aangehaald. Zo startte hij in 1987 met een interreligieuze gebedsdag voor de vrede in Assisi. Maar Benedictus beperkte de eredienst tot een plechtigheid met alleen de andere monotheïstische godsdiensten: de islam en het jodendom. Vertegenwoordigers van de Aziatische godsdiensten waren er niet meer bij en de chief van de indigenous Americans met zijn calumet (vredespijp) ook niet.”
- Hoe verklaart u zijn voorzichtigheid?
“Benedictus was enorm bang voor het relativisme: het idee dat alles op hetzelfde neerkomt, dat het allemaal niet uitmaakt, dat er geen waarheid is. Dat zou ook niet goed, zijn maar Johannes Paulus ging er anders mee om, althans als het geen intern-katholieke kwesties betrof. Hij vond dat in zijn bijzijn elk authentiek religieus geluid er mocht zijn. In elkaars bijzijn bidden is niet hetzelfde als samen bidden, meende hij. Benedictus vond dat blijkbaar al te ver gaan. Hij was sowieso niet iemand van de ruime gebaren zoals zijn voorganger die in Damascus een Koran ten geschenke kreeg en er een kus op drukte. Voeg daarbij dat Joseph Ratzinger eerst prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer was. Dan is paus worden een moeilijke zaak. Hij was niet afgericht op dialoog, beknotte de bevrijdingstheologen en progressieve theologen zoals Küng en Schillebeeckx, en was erg gebeten of het allemaal wel klopte. In het begin werd Benedictus steeds geprezen omdat hij zei de dialoog te zoeken maar dat is vooral cosmetisch geweest. Hij kon heel venijnig zijn. In zijn Jezus-boeken stelt hij dat de wetenschap van de exegese niet meer de brug naar de theologie kan slaan. Dan zegt hij: ‘Exegeten citeren de Bijbeltekst maar dat deed de Satan ook toen hij Christus wilde verleiden in de woestijn.’ Ik vind dat niet dialogisch. Ik heb hem wel eens vergeleken met een kat die spinnend voor de haard ligt en dan onverwacht uithaalt. Dan krijg je een tik.”
- Er waren twee momenten die voor velen het pontificaat negatief hebben gekleurd: de affaire-Williamson en Benedictus’ toespraak in het Duitse Regensburg.
“In Regensburg citeerde hij een oude tekst: ‘Wat heeft Mohammed aan goede dingen gebracht? Alleen maar geweld.’ Daarmee suggereerde hij dat de islam er nog steeds niet in geslaagd is geloof en rede samen te brengen. Maar Benedictus bleek in zijn rede niet op de hoogte te zijn dat de theologie in de moslimwereld al veel verder is dan soms wordt aangenomen. Je kunt niet zeggen dat de islam de synthese tussen geloof en rede niet kent en daarmee gewelddadig wordt (ook al is dat besef nog niet overal neergedaald). Dat was echt een totale misser.
Het was ook verwarrend: hij sprak in Regensburg in de aula van de universiteit, toen was hij opeens professor. En dat kan niet als paus. Hij heeft die rollen niet goed uit elkaar gehouden, vind ik.”
- En dan was er de toenadering tot de schismatieke Priesterbroederschap Pius X met Holocaust-ontkenner Richard Williamson in hun gelederen.
“Ja, dat was een enorme zeperd en heeft de relatie met het jodendom schade berokkend. Dat moet Benedictus erg hebben gevonden maar het is wel gebeurd. Het geeft ook aan dat de communicatie tussen de secretariaten in het Vaticaan niet best is.
De Priesterbroederschap Sint-Pius X is zuiver fundamentalistisch. Dat betekent dat je er geen dialoog mee kunt voeren. Het is nooit reëel geweest dat de broederschap zich weer helemaal wilde verbinden met Rome. Benedictus heeft zich laten verleiden door hun traditionele liturgie. Daar is hij een groot bewonderaar van. En er waren best kardinalen, zoals Kasper, die wisten: in de broederschap zitten antisemitische types zoals Williamson. Het treurige is alleen dat deze kardinalen toen door Benedictus niet zijn geraadpleegd.”
- Tot slot: ik heb het idee dat bij Franciscus de interreligieuze dialoog (weer) hoger op de agenda staat. Klopt dat? Is de terughoudendheid van Benedictus qua interreligieuze dialoog nog steeds leidend of lijkt Franciscus’ pontificaat meer op dat van Johannes Paulus II?
“Absoluut, paus Franciscus is als een nieuwe lente. Hij combineert Johannes XXIII en paus Johannes Paulus II. Zijn warme vriendschap met de joodse gemeenschap, zijn openheid naar de bevrijdingstheologie en zijn appel om het schandaal van armoede en vluchtelingen niet te laten voortbestaan zijn van het zuiverste water. Dat de economie radicaal hervormd moet worden, ook al om zuster Aarde te sparen, het klinkt als de heilige Franciscus van Assisi zelf.”