Cebu City, 15 februari 2021 – In geen enkel Aziatisch land wonen zoveel christenen als op de Filipijnen. Meer dan 90 procent van de bijna 111 miljoen inwoners is gedoopt. Over enkele maanden begint de nationale viering van 500 jaar christendom in het land. Dan wordt gevierd dat een half millennium geleden de eerste christelijke kolonisten voet aan wal zetten op een van de vele eilanden van de archipel.
De Katholieke Kerk op de Filipijnen opent het nationaal jubeljaar op paaszondag 4 april en sluit het af in de periode 18-22 april 2022, wanneer in Cebu City het 2e Nationale Missiecongres wordt gehouden.
Ter gelegenheid van het jubeljaar is een speciaal missiekruis ontworpen dat de gelovigen om hun hals kunnen dragen. Op het Grieks kruis staat verticaal de naam Jesus in het Latijn en horizontaal in het Baybayin, een oud schrift dat werd gebruikt op de Filipijnen.
Alle Filipijnse bisschoppen zullen voor hun eigen diocesen ‘jubileumkerken’ aanwijzen. Deze krijgen ieder een eigen ‘heilige deur’. Op 4 april zullen deze ‘heilige deuren’ ceremonieel worden geopend. Die dag herinnert aan 4 april 1521, toen op de Filipijnen voor het eerst een heilige mis werd opgedragen.
Speciaal voor het jubeljaar is een lied gemaakt, gecomponeerd door Charlemagne Marcelo. In een reeds door de bisdommen verspreide videoclip wordt dit lied, getiteld We Give Our Yes, uitgevoerd door de Filipijnse popzangeres Jamie Rivera.
De kerstening van de Filipijnen, genoemd naar de Spaanse koning Filips II, ging in de beginjaren hand in hand met kolonialisme en imperialisme. Belangrijke datum is 17 maart 1521, toen de Portugese ontdekkingsreiziger Fernão de Magalhães als eerste westerling landde op het eiland Cebu. Hij gaf leiding aan een Spaanse expeditie die op zoek was naar de Molukken, waar kostbare specerijen als nootmuskaat en kruidnagel groeiden. Het verhaal gaat dat Magellaan (vernederlandsing van zijn Spaanse naam Magallanes) of een van zijn mannen de zieke kleinzoon van Rajah Humabon, de heerser van Cebu, genas. Uit dankbaarheid lieten hij en 800 van zijn onderdanen zich dopen.
Vijfhonderd jaar later is 80,6 procent van de bevolking rooms-katholiek en behoort 8,2 procent behoort tot de diverse protestantse genootschappen en 3,4 tot andere christelijke kerken. Naast de christelijke meerderheid is er een sterke moslimminderheid van 5,6 procent; deze bevindt zich vooral op de zuidelijke eilanden Mindanao, Sulu en Palawan. De resterende groepen bestaan uit aanhangers van boeddhisme, taoïsten, confucianisten en inheemse animistische culten.