Sint-Teresa van Calcutta

Rome, 12 februari 2025 – Moeder Teresa van Calcutta (1910-1997) krijgt haar eigen gedachtenis op de wereldwijde liturgische kalender van de Katholieke Kerk. Voortaan wordt haar sterfdag, 5 september, een ‘facultatieve gedachtenis’ op de Romeinse Algemene Kalender. Dat heeft het Vaticaan gisteren bekendgemaakt.

De gedachtenis moet worden opgenomen in alle ritualia, zo schrijft het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Sacramentendiscipline voor.

Paus Franciscus heeft Sint-Teresa van Calcutta opgenomen in de universele kalender op verzoek van bisschoppen, religieuzen en verenigingen van gelovigen, schrijft kardinaal Arthur Roche, prefect van de pauselijke liturgie-autoriteit, in het decreet.

De te gebruiken liturgische teksten moeten nu vertaald en goedgekeurd worden door de nationale bisschoppenconferenties. Zodra ze zijn goedgekeurd door Rome kunnen ze worden gepubliceerd en gebruikt.

Sint-Teresa van Calcutta (Anjezë Gonxha Bojaxhiu) werd bekend als de ‘Moeder van de Allerarmsten’. In Kolkata (voorheen: Calcutta) stichtte ze de religieuze congregatie van de Missionarissen van Naastenliefde. Deze internationale gemeenschap van zusters en broeders beheert tehuizen voor kinderen met lichamelijke en geestelijke handicaps en opvangcentra voor daklozen. Moeder Teresa ontving de Nobelprijs voor de Vrede in 1979 en werd heiligverklaard in 2016.

Moeder Teresa heeft de afgelopen decennia  uit atheïstische hoek veel kritiek gekregen. Zo zou zij volgens criticasters het lijden hebben verheerlijkt en daarom hebben geweigerd om in haar opvanghuizen adequate medische zorg te bieden aan zieken en stervenden. Ook is haar financiële ondoorzichtigheid verweten. Hoewel zij miljoenen euro’s aan donaties ontving, is het onduidelijk waar al dat geld precies naartoe ging. Onder haar donateurs waren dubieuze figuren als de frauduleuze zakenman Charles Keating en de Haïtiaanse dictator Jean-Claude Duvalier. Verder wordt zij gehaat vanwege haar felle weerstand tegen abortus en anticonceptie.