Rome, 3 juli 2025 — Gelekte Vaticaanse documenten hebben het debat binnen de katholieke kerk over de oude vorm van de Romeinse ritus weer doen oplaaien. Ook is in traditionalistische kringen twijfel gerezen over de integriteit van paus Franciscus, die een aantal jaren geleden besloot om de viering van de ‘Tridentijnse’ mis drastisch te beperken.
Uit de documenten blijkt dat de meerderheid van de katholieke bisschoppen die in 2020 reageerden op een enquête van het Vaticaan over de ‘buitengewone vorm’ van de Romeinse ritus, zich er niet negatief over uit liet en ervoor waarschuwde dat het beperken ervan “meer kwaad dan goed zou doen”.
De bewuste teksten komen van het Dicasterie voor de Geloofsleer. De Amerikaanse journalist Diane Montagna, die in Rome de discussie over de Latijnse mis nauw volgt, heeft er de hand op weten te leggen. Zij zette de teksten eergisteren online.
Het Vaticaan heeft nog niet gereageerd toen gisteren werd gevraagd om de authenticiteit van de gelekte documenten te bevestigen.
Summorum Pontificum
Paus Franciscus besloot in 2021 een aantal besluiten van zijn voorganger Benedictus XVI betreffende de liturgie terug te draaien. Benedictus had in 2007 in het document Summorum Pontificum bepaald dat de Romeinse ritus twee vormen had: de gewone en de buitengewone. De ‘gewone vorm’ betrof de door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) hervormde eredienst. De ‘buitengewone vorm’ was de weergave van de in 1962 toegebrachte aanpassingen van de ritus zoals vastgesteld op het Concilie van Trente (1545-1563), ook wel Tridentinum genoemd. Benedictus XVI gaf alle priesters het recht om de Heilige Mis te celebreren volgens de buitengewone vorm van de Romeinse ritus.
Het onderscheid tussen ‘gewoon’ en ‘buitengewoon’ werd door paus Franciscus opgeheven in zijn apostolische brief ‘motu proprio’ Traditionis custodes van 16 juli 2021. Daarmee kwam het algemeen geldende recht van priesters om de ‘Tridentijnse mis’ op te dragen te vervallen. Voortaan mocht alleen een diocesane bisschop toestemming geven aan een selecte groep priesters om de oude vorm van de Romeinse ritus te hanteren.
Waarom Franciscus ingreep
Franciscus had aangegeven dat de verspreiding van de oude liturgie een halt moest worden toegeroepen omdat het besluit van Benedictus XVI in 2007 om de beperkingen te versoepelen volgens de Argentijnse paus een bron van verdeeldheid in de kerk was geworden. Daarmee, zo beweerde hij, reageerde Franciscus op “de wensen” van bisschoppen over de hele wereld die hadden gereageerd op de enquête van het Vaticaan. “De reacties onthullen een situatie die mij bezighoudt en bedroeft, en mij overtuigt van de noodzaak om in te grijpen”, schreef Franciscus destijds. De versoepeling van Benedictus XVI zou zijn “uitgebuit om de kloof te vergroten, de verschillen te versterken en meningsverschillen aan te moedigen die de kerk schade toebrengen, haar pad blokkeren en haar blootstellen aan het gevaar van verdeeldheid”, aldus Franciscus.
De online gepubliceerde documenten schetsen echter een ander beeld. Ze laten eerder zien dat de meerderheid van de bisschoppen die op de enquête van het Vaticaan hebben gereageerd, over het algemeen positief stond tegenover de hervorming van Benedictus XVI en waarschuwden dat het onderdrukken of afzwakken ervan ertoe zou leiden dat traditionalistische katholieken de kerk zouden verlaten en zich bij schismatieke groeperingen zouden aansluiten. Ze waarschuwden dat elke verandering “het leven van de kerk ernstig zou schaden, omdat het de spanningen zou doen herleven die het document had helpen oplossen”.
De documenten bevatten een vijf pagina's tellende “algemene beoordeling” van de bevindingen van de enquête, geschreven door het Dicasterie voor de Geloofsleer, evenals een zeven pagina's tellende compilatie van citaten van individuele bisschoppen of bisschoppenconferenties.
De documenten bevatten enkele negatieve en neutrale meningen en zeggen dat sommige bisschoppen de hervorming van Benedictus “ongepast, verontrustend”en zelfs gevaarlijk en onderdrukkingswaardig vonden. Maar volgens de eigen beoordeling van het Vaticaan was de meerderheid van de bisschoppen die reageerden tevreden. Het noemde de toename van religieuze roepingen in traditionalistische gemeenschappen en zei dat vooral jonge katholieken zich aangetrokken voelden tot de “heiligheid, ernst en plechtigheid van de liturgie”.
Het is niet duidelijk op basis van welk ander bewijs, welke anekdotes of documentatie Franciscus besloot om de bepalingen in Summorum Pontificum terug te draaien. Maar vanaf het begin had Franciscus vaak kritiek op traditionalistische katholieken, die hij beschuldigde van navelstaarderij en destructieve nostalgie.