20-11-2019
Onlangs werd tijdens de Nacht van de Theologie dr. Samuel Lee uitgeroepen tot de nieuwe Theoloog des Vaderlands. Onze redacteur Christian van der Heijden zocht hem op in de door hem opgerichte Foundation Academy in Amsterdam-Zuidoost en interviewde deze bevlogen pinksterpastor.
Dominee Lee, u ben uitgeroepen tot Theoloog des Vaderlands. Nu heb ik uw cv is er eens op na geslagen. Maar bent u eigenlijk wel theoloog?
“Haha. Weet je. Stefan Paas, mijn voorganger, zegt dat we in Nederland zeventien miljoen theologen hebben, want iedereen heeft een mening over God en religie. Dus in die zin ben ik ook theoloog.”
Maar u bent in 1997 afgestudeerd als socioloog.
“Klopt. Maar jaren later, in 2013, heb ik mijn doctorstitel behaald aan de faculteit Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Wat was uw specialisme als socioloog?
Ik studeerde Sociologie der Niet-Westerse Samenlevingen in Leiden. Toen mochten wij voor een regionaal specialisme kiezen tussen Afrika of Indonesië, maar ik had geen van beide gekozen! Ik koos voor Japan. Vanaf mijn kindertijd was ik gefascineerd door Japan. Als uitzondering mocht ik dan gedeeltelijk vakken volgen aan de faculteit Japanse Studies in Leiden. Tijdens mijn studie ben ik christen geworden, en later als jonge voorganger, ben ik niet meer naar Japan gegaan, maar heb ik in Nederland mijn doctoraalscriptie geschreven over de pinksterkerken in Amsterdam, vooral in de Bijlmer. Intussen hoopte ik wel dat ik ooit Japanners zou kunnen bereiken met het evangelie.
U zegt: jonge voorganger. Was u officieel beroepen?
“Ja. De vorige leider van onze pinksterkerk was een Koreaanse voorganger. Van hem heb ik mijn training als predikant en pastor gehad. Hij heeft mij als zijn opvolger aangesteld en daartoe ingezegend. ‘Jij bent nu de dominee hier’, zei hij. ‘Ik ga naar een ander land.’ En hij heeft mij alleen achtergelaten bij al die bekeerlingen in onze kerk.”
U bent uitgeroepen tot Theoloog des Vaderlands. Wat voelt u bij het woord ‘vaderland’?
“Tja. Kijk, ik heb een feministische achtergrond. Met heel mijn hart en ziel sta ik voor gelijkheid tussen man en vrouw, of het nu in de kerk is of in de samenleving. Dus: ‘vaderland’? Dat klonk mij nogal patriarchaal in de oren. Waarom niet ‘moederland’? Maar ‘moederland’ roept weer het koloniale verleden op. Is het woord ‘thuisland’ dan niet beter? Want ik voel mij hier in Nederland thuis. Maar dat herinnert weer aan het Zuid-Afrika uit de tijd van de apartheid. Toen ging ik er over contempleren en kwam ik tot het besef dat dit land, waar ik nu ongeveer 35 jaar ben, mij nu pas echt heeft geadopteerd. Ik ben nu een kind van dit vaderland. Ik was kritisch – ben ik nog steeds, maar persoonlijk voelt het alsof ik opnieuw een Nederlands paspoort heb gekregen, maar dan op een spiritueel niveau. Wow! Dit land roept mij als zijn zoon. En dat raakt mij.”
Ik zie het.
“Het is heel anders dan dat je na een integratiecursus te horen krijgt: u bent nu Nederlander. Maar persoonlijk voelt dit als een bevestiging van dat ik er nu echt bij hoor. Dit land ziet mij als zijn zoon. En dat is een grote eer.”
Laten we het hebben over uw bekering. U bent gaan behoren tot het pentecostalisme. Wat sprak u zo aan in de pinksterbeweging?
“Wat ik nu ga zeggen zullen katholieken met hun hang naar mystiek misschien wel begrijpen. Ik ben bekeerd op een bovennatuurlijke manier. Hoe moet ik dat zeggen? Ik ben bekeerd door een wonder. En als je daarover vertelt, dan word je door pinkstermensen goed opgevangen. Want in de pinksterkerken staan we heel erg open voor het bovennatuurlijke, voor het wonderbaarlijke. Ik denk dat dat de reden is waarom ik daar een thuis heb gevonden. En de Koreanen die rondom mij waren, hadden een presbyteriaanse achtergrond, gemengd met pentecostalisme. Mijn vrouw is Koreaans en mijn schoonfamilie is evangelisch-pentecostalistisch, maar ook presbyteriaans.”
Wat was het wonder dat u is overkomen?
“We waren op huwelijksreis in Spanje, aan de Costa Brava. Katholiek land. En midden in de nacht heb ik op onze hotelkamer letterlijk de hoorbare stem van Jezus gehoord. Dus niet in de vorm van een visioen of in mijn hart. Nee, een echte stem. Hij sprak tot mij en zei dat Hij achter de deur van mijn hart stond en aanklopte. En als ik open zou doen, dan zou Hij met mij samen eten en drinken. Het was echt een stem die ik letterlijk hoorde. Toch heb ik gecheckt of alles wel okay met mij was en of het geen droom was. En voor de tweede keer hoorde ik: ‘Ik sta voor de deur van je hart. Als je opendoet ga ik met jou eten en drinken.’ Het was een heel mooie stem.”
Had u alcohol gedronken?
“Nee, nee. Echt niet. Ik was natuurlijk stomverbaasd. En ik vroeg: ‘Wie bent U?’ ‘Mijn zoon, ken je mij niet? Ik ben Jezus.’ En vanaf dat moment ben ik bekeerd. Dat was de omwenteling in mijn leven. Daarvóór was ik fel antichristelijk. Ik was echt heel erg tegen christenen.”
Waarom?
“Omdat ze vaak zo opdringerig zijn. Vooral die Koreanen uit mijn omgeving waren erg gelovig. Ik moest daar niets van hebben. Toen ik verkering kreeg met de vrouw met wie ik nu getrouwd ben, kon ik haar maar weinig zien. Haar kerk in Zuidoost nam haar volledig in beslag. Elke avond was er wel wat: koorrepetitie, jongerengroep, Bijbelstudie. Ik wilde graag met haar op stap. Maar wanneer dan? Ik wilde ook met mijn vriendin gaan wandelen en naar het Leidseplein gaan. Ik werd zo boos, dat ik me bijna had voorgenomen om die kerk van haar in brand te steken.”
En toen was uzelf christen geworden.
“Klopt. Maar ik wist niets. Wist ik veel dat er zoveel duizenden soorten kerken bestonden. Dus ik zei tegen mijn vrouw na het wonder: Jezus heeft tot mij gesproken, Hij was in mijn kamer. En zij was helemaal niet verbaasd. Ze had het al gevoeld. Haar familie had voor mij gebeden. Ik zei haar: ik wil nu naar een kerk. In Spanje.”
Waar was dat precies?
“In Lloret de Mar. In Hotel Dex. Ik liep naar buiten en ik ging de eerste de beste kerk die ik zag in. Toen dacht ik nog als kersverse gelovige: alle kerken zijn hetzelfde. Geen idee dat dit een rooms-katholieke kerk was. Ik ging op mijn knieën en hef mijn handen omhoog en zei: ‘Hier ben ik.’ Achteraf ben ik heel blij dat mijn vrouw me niet had gezegd dat ik maar beter niet naar een katholieke kerk moest gaan.”
En terug in Nederland?
“Mijn huis werd een soort pelgrimsoord. Iedereen wilde binnenkomen om met eigen ogen te zien dat ik, de antichristen, bekeerd was. Vooral de Koreanen. Met minibusjes kwamen ze aangereden. En ze bleven ook eten. Koreaans. Ook de Koreaanse pastor kwam op bezoek en die nam mij onder zijn hoede en trainde mij. En na een jaar of drie droeg hij het stokje aan mij over. ‘Samuel, al die mensen hier zijn bekeerd dankzij jouw getuigenis. Ik ga weg. Nu ben jij hun pastor.’ Ik half in paniek: ‘Waarom laat je me alleen?’ ‘Dat is Gods roeping’, antwoordde hij. Het grappige is dat ik later de pastor werd van datzelfde kerkgebouw dat ik jaren daarvoor in brand had willen steken. Ik vertel dit nu, omdat u ernaar vraagt. Maar ik wil absoluut niet de indruk geven dat ik mezelf zo speciaal vind. Ik ben helemaal niet speciaal. Het is gewoon mijn verhaal en mensen zijn helemaal vrij in hoe ze met mijn verhaal omgaan. Dat respecteer ik.”
U bent wel speciaal. U bent de Theoloog des Vaderlands. Van u is ook bekend dat u een tweede bekering hebt beleefd, dat u maatschappelijker bent gaan worden. U hebt afstand gedaan van uw supernaturalisme. U verwacht niet meer alles van het bovennatuurlijke, maar u voelt zich nu geroepen om het natuurlijke te omhelzen.
“Zo zou je dat kunnen zeggen. Als pastor ben ik nauw betrokken bij de migranten en bij de problematiek die migratie met zich meebrengt. In 1999 had ik het al over een ‘theologie van de migratie’. Gaandeweg kreeg ik veel aandacht. Op een gegeven moment kwamen Amerikanen mij opzoeken. Ze wilde die bekeerling wel eens in het echt zien. Ze maakten een filmpje van mij en verspreidden dat in de VS. Na verloop van tijd werd ik een beetje een celebrity. Ik was bezig met het verfraaien van mijn performance. Preken ging altijd goed. Ik stond volop in de spotlights. En toen werd ik depressief. ‘Is dit nu waar het om draait? Je bent een beroemdheid, je gedraagt je ook als een beroemdheid, maar hoe gaat het eigenlijk met je?’ En toen zag ik in mijn gedachten Moeder Teresa.”
Sint-Teresa van Calcutta?
“Juist. Zij is mijn geestelijke moeder. En zij verscheen voor mijn geestesoog en ik dacht: zou Moeder Teresa dit allemaal doen? Toen wist ik dat ik verdwaald was. Weg van mezelf. Ik wilde op zondagen aan iedereen laten zien dat ik sterk was. Maar ik had migraine, ik was ziek. ‘Hoe lang ga je daar nog mee door?’ vroeg ik mezelf af. Het begon mij ook steeds meer tegen te staan dat ik over de tienden preekte, de verplichte financiële bijdragen van de leden van de kerk. ‘Als je je tienden niet betaalt, zal je bril kapot gaan en je auto niet meer rijden, en meer van dat soort onzin. Wanneer ga je daar nu eens mee ophouden?’ Natuurlijk, de kerk heeft financiële bijdragen nodig. Maar mensen een schuldgevoel aanpraten als ze niet een tiende van hun geld aan de kerk afstaan, dat deugt niet. Je moet geven vanuit je hart en niet vanuit angst. En intussen werd ik depressiever. Totdat ik andere mensen leerde kennen, christenen die vrijzinniger zijn, zoals Shane Claiborne. Die noem ik altijd een levende Franciscus van Assisi. En gaandeweg begon ik opener te staan voor de andere christelijke denominaties. Ik blijf een pinksterman, maar dan wel onafhankelijk. Mijn missie nu is op een positieve manier een reformatie brengen in de pinksterwereld. En wat is die reformatie? Toenadering zoeken tot je andere broeders en zusters. Een van de ergste dingen die ik gedaan heb, is afgeven op de katholieken. ‘Ach, die katholieken. Zij deugen niet, want ze hebben afgodsbeelden en ze aanbidden Maria.’ En later realiseerde ik me tijdens een gebed: ‘Jij bent een ontzettend schijnheilige man!’ Ik wees op de zogenaamde idolatrie van de katholieken, maar ik was erger. Want ik aanbad levende beelden.”
Levende beelden?
“Die televisiedominees tegen wie ik zó opkeek dat ik op een gegeven moment meer van hen kon houden dan van Jezus zelf! Ik wilde ook zijn zoals zij. Is dat dan geen idol-worshipping? Even later, zo rond 2008, was ik in Cyprus. Daar was een informele bijeenkomst van gelovigen van diverse denominaties. In hun midden ben ik op de knieën gegaan en heb opgebiecht dat ik als pinksterfanaticus kwaad had gesproken over katholieken en mainstream-protestanten. ‘Willen jullie mij vergeven?’ Toen zijn ze allemaal om mij heen gaan staan. Sommigen legden hun hand op mij, anderen omhelsden mij. En terug in Nederland schreef ik het boek ‘A New Kind of Pentecostalism’, waarin ik het fanatisme van de pinksterbeweging bekritiseerde.”
En hoe reageerde uw omgeving?
“Mijn vrouw werd gebeld door iemand van de pinksterkerk met de vraag of het wel goed ging met mij. Ik had gezegd dat katholieken mijn broeders en zusters zijn. Dat was in bepaalde kringen niet goed gevallen. Iedereen die met hart en ziel gelooft in Jezus Christus en weet wat Hij voor jou aan het kruis heeft gedaan, is mijn christelijke broeder en zuster. Of je nu katholiek bent, gereformeerd, hervormd, orthodox of pentecostalist.”
Waar staat u christologisch?
“Ik ben nogal onder de indruk van het boek ‘The Universal Christ’ van de franciscaan Richard Rohr. Hij leert ons dat we Christus in alles wat we tegenkomen kunnen ervaren. Hij staat voor een radicale compassie. Tegenwoordig denk ik niet meer in tweedelingen zoals vals en waar, zwart en wit, pro en contra. Alles is allesomvattend. Als jij in de Drie-eenheid gelooft, ben je mijn broeder. Ik geloof ook in de Drie-eenheid, net als Richard Rohr. Maar als je in de Eén-eenheid gelooft, ben je ook mijn broeder. Het interesseert mij eerlijk gezegd niet meer. Jezus zegt: aan de vruchten herken je de boom.”
En wat zijn die vruchten dan?
“De Bergrede van Jezus in praktijk brengen.”
Wat is volgens de huidige Theoloog des Vaderlands eigenlijk theologie?
“Een theoloog kun je vergelijken met een kunsthistoricus. Die ziet in een museum een schilderij van Rembrandt of Van Gogh hangen en ziet in dat kunstwerk de geest van de kunstenaar aan het werk. Een theoloog is op zoek naar het beeld van God in de schepping. Franciscanen zeggen dat de natuur het Eerste Testament is. Mijn theologie is meer dan de studie van de Heilige Schrift en het systematisch overdenken daarvan. Voor mij is scheikunde, natuurkunde en sterrenkunde ook een vorm van theologie, omdat we daardoor zijn schepping beter leren kennen en daarmee ook de Schepper. Theologie is voor mij ook mystiek. Ik kom uit het Midden-Oosten en daar is mysticisme heel belangrijk. In alles kan ik de sporen van de Schepper zien. Op een volgend niveau is theologie ook het beminnen van God met heel je hart en ziel, én je naaste als jezelf. Natuurlijk is theologie ook een academische discipline, maar er is meer dan dat. Een goede arts is iemand die niet alleen veel boekenwijsheid over het lichaam heeft, maar ook iemand die die kennis toepast op levende personen. En evenzo is een theoloog iemand die de kennis van het goddelijke praktiseert."