Milaan, 2 januari 2021 - Het meest gelezen dagblad van Italië is La Gazzetta dello Sport. In deze krant, die alleen maar over sport gaat, staat deze zaterdag een interview met niemand minder dan paus Franciscus. Het zal dan ook niet verbazen dat de Argentijnse jezuïet er zijn visie geeft op sport en het katholieke geloofsleven uitlegt in sportmetaforen.
Volgens Franciscus hebben sport en spiritualiteit veel met elkaar gemeen: passie, methode, inspanning, verbeelding en doorzettingsvermogen. Maar ook speelt zuiverheid een grote rol op beide gebieden. Voor het nieuwe jaar wenst hij de mensheid “liever een zuivere nederlaag dan een smerige overwinning” toe. Wie zich schuldig maakt aan doping en daarmee wint, brengt allereerst zichzelf grote schade toe, aldus de bisschop van Rome.
Net als in de sport geldt ook het voor geloof dat talent alleen niet genoeg is; talent moet worden gevormd en getraind, zei de paus. “Jezus is een veeleisende coach: als je je talent begraaft, hoor je niet meer bij zijn team.”
Teamgeest is in de sport net zo essentieel als in het christendom: “Niemand redt zich alleen”, zei Franciscus. Atleten en heiligen delen de ervaring van opoffering en afzien, zegt de pontifex. “Ascese is een beetje zoals het leven in grensgebieden: Je kunt daarvandaan het centrum beter zien en begrijpen.”
De paus is ambivalent over de waarde van de overwinning: mensen die gewend zijn te winnen, lopen gevaar arrogant te worden. Een nederlaag leiden, nodigt daarentegen uit tot introspectie en zelfkritiek”, zei de Heilige Vader. De armen, die weinig winst boeken, weten wel wat het betekent om niet op te geven. “Je gaat niet dood als je verslagen wordt, je gaat dood als je het opgeeft, als je stopt met vechten”, aldus Franciscus.
Het op orde houden van het hart is “het geheim van elke overwinning, niet alleen van de sportoverwinning”. De paus verwijst daarbij naar de katholieke betrokkenheid bij de sportieve opvoeding van de jeugd. Hij herinnert zich de Geestelijke Oefeningen, de 30-daagse spirituele exercitie die elke jezuïet meerdere malen in zijn leven doet. In dergelijke oefeningen, zegt hij, kan men “onverwachte middelen in zichzelf ontdekken, om ze vervolgens in het spel te brengen”.
Franciscus zegt over zijn landgenoot Diego Maradona, die afgelopen maand overleed: “Op het voetbalveld was hij een dichter, een kampioen die miljoenen in Argentinië en Napels vreugde heeft bezorgd. Maar hij was ook een zeer fragiele persoon”.
De huidige Opvolger van Petrus heeft het ook over zijn bewondering voor de Italiaanse wielerlegende Gino Bartali. In de de Tweede Wereldoorlog smokkelde hij tijdens trainingsritten valse identeitspapieren voor Italiaanse joden, zodat zij konden ontkomen aan deportatie.
Zijn eigen mentale fitheid is volgens paus te danken aan het regelmatige gebed. “Ik moet me ervan bewust zijn dat ik in een team speel waar het laatste woord aan de aanvoerder toebehoort. Ik bid dat ik de woorden die Hij tegen me wil zeggen beter begrijp, zodat ik ze vervolgens aan het volk kan doorgeven.”
Een inspiratiebron voor Franciscus is het leven van de daklozen in Rome. “Als het avond wordt, denk ik aan alle armen die onder de colonnade van het Sint-Pietersplein slapen. Hun veerkracht is mijn inspiratie, hun aanwezigheid is mijn bescherming.” In hun kwetsbaarheid, zegt de paus, komt God tevoorschijn. “Hij geeft nooit op, zelfs niet in het aangezicht van mijn zwakheid.”