Rome, 10 januari 2025 – De Italiaanse Bisschoppenconferentie (CEI) heeft besloten dat homoseksuelen voortaan niet meer principieel worden uitgesloten van het priesterschap. Dat staat in nieuwe door de Apostolische Stoel goedgekeurde richtlijnen voor de vorming van priesters die gisteren werden gepubliceerd.
“Wanneer homoseksuele neigingen worden genoemd in het vormingsproces, is het ook gepast om de beoordeling niet te beperken tot dit aspect alleen, maar om de betekenis ervan te erkennen in de algehele context van de persoonlijkheid van de jongere, zoals het geval is bij elke kandidaat”, aldus de nieuwe richtlijn.
Geen seks
Seks blijft echter taboe voor homoseksuele seminaristen, evenals als voor hun heteroseksuele collega’s en trouwens ook voor alle ongehuwden, aangezien seks volgens de katholieke leer alleen thuishoort binnen het huwelijk.
Met hun besluit versoepelen de Italiaanse bisschoppen de eerdere regels voor toegang tot de priesteropleiding aanzienlijk. In 2016 bekrachtigde paus Franciscus een document uit 2005 van de Congregatie voor de Katholiek Vorming. Daarin staat dat “praktiserende homoseksuelen” en mannen die “diepgewortelde homoseksuele neigingen hebben of een zogenaamde homoseksuele cultuur ondersteunen” over het algemeen worden uitgesloten van de priesteropleiding.
Volgens de nieuwe Italiaanse richtlijnen moet de begeleiding en rijping van de persoonlijke seksualiteit een belangrijke rol spelen in het meerjarige opleidingsprogramma. “De huidige sociaal-culturele context, met zijn tegenstellingen en ambivalenties, biedt bijzondere kansen voor meer authentieke groei op dit gebied.”
Openheid
De CEI acht de vrijheid waarmee heden ten dage over seksualiteit wordt gesproken als iets positief. Het wordt beschouwd als een gezonde voorwaarde voor kandidaten voor het priesterschap om steeds meer menselijke, psychologische en spirituele rijpheid te bereiken. De Italiaanse bisschoppen zijn daarom voorstander van open discussies op de seminaries. Een kandidaat moet in staat worden gesteld “zich steeds meer bewust te worden van zichzelf, zijn persoonlijkheid en alle delen die bijdragen aan de definitie ervan, met inbegrip van zijn seksualiteit en zijn geaardheid, om deze te integreren en er met voldoende vrijheid en sereniteit mee om te gaan”.
De kwestie van homoseksualiteit in de katholieke priesteropleiding en onder de geestelijken is een terugkerend onderwerp van discussie. Vorig jaar baarde paus Franciscus opzien met zijn opmerkingen over het onderwerp. Op 20 mei zou hij volgens uitgelekte verslagen de Italiaanse bisschoppen hebben geadviseerd hun seminaries niet open te stellen voor homoseksuelen. In dit verband zei de paus naar verluidt dat er op de seminaries troppa frociaggine (‘teveel nichterigheid’) heerste.
Op 28 juni bracht het Vaticaan de volgende persverklaring uit: “Paus Franciscus is op de hoogte van de artikelen die onlangs verschenen over een gesprek, achter gesloten deuren, met de bisschoppen van de CEI. Zoals hij bij verschillende gelegenheden heeft gezegd: ‘In de Kerk is plaats voor iedereen, voor iedereen! Niemand is nutteloos, niemand is overbodig, er is plaats voor iedereen. Zoals we zijn, iedereen’. Het was nooit de bedoeling van de paus om zich te beledigen of uit te drukken in homofobe termen, en hij verontschuldigt zich bij degenen die zich beledigd voelden door het gebruik van een term, waarnaar door anderen werd verwezen.”