17-11-2019
Zuster Aleida Erinkveld van de Liefdezusters van de Heilige Juliana Falconieri heeft zaterdag in Heiloo haar honderdste verjaardag gevierd.
De verjaardag werd gevierd met een Heilige Mis in de kapel van Julianaklooster en nadien een feestelijke lunch. Zr. Aleida werd naast haar familieleden ook gefeliciteerd door onder anderen coadjutor-bisschop Jan Hendriks van Haarlem-Amsterdam en burgemeester Hans Romeyn van de geneente Heiloo.
Zuster Aleida was het tweede kind uit een gezin met twaalf kinderen, geboren en opgegroeid in Ulft, Gelderland. Na eerst op de boerderij te hebben geholpen, ging zij werken in de huishouding van andere gezinnen. Op 28-jarige leeftijd trad zij in het klooster bij de congregatie van de Julianazusters. Op 10 mei 1949 deed ze haar professie.
De Julianazusters, ook wel Juliaantjes genoemd, beleefden hun ideaal van naastenliefde door het bieden van thuiszorg aan hulpbehoevenden en van hulp aan gezinnen die door wat voor oorzaken dan ook in moeilijkheden waren geraakt. Ook zr. Aleida deed dit liefdewerk in onder meer Tilburg, Eindhoven en Maastricht. Later werd ze gevraagd om zorg te verlenen aan een franciscaan die uit de missie was gekomen. Dat heeft ze 21 jaar gedaan, totdat de pater naar een verzorgingshuis moest. Zr. Aleida verhuisde daarna naar het Julianaklooster in Heiloo, waar ze maar één jaar heeft gewoond. In december 2004 sloot dit moederhuis van de congregatie zijn deuren. Samen met enkele medezusters verhuisde Aleida naar een woonzorgcentrum in Limmen. In mei van dit jaar vierde zr. Aleida haar zeventigjarig kloosterfeest.
Het Julianaklooster bij het heiligdom van Onze Lieve Vrouw ter Nood was sinds 1932 het moederhuis van de Julianazusters voordat het Diocesaan Missionair Centrum werd. De congregatie had kloosters in Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Hilversum, Eindhoven, Tilburg en Maastricht.
De congregatie van de Julianazusters dateert van 1917. Zij kwam voort uit de Haagse ‘Vereeniging tot hulp in de huishouding’, begin 1915 opgericht door de jezuïet J. Jorna. De vrouwen van deze vereniging gaven na verloop van tijd aan verder te willen als kloostergemeenschap. De eerste overste werd Moeder Agatha (Marie Berntsen). Tot patrones van de nieuwe congregatie werd gekozen voor de heilige Juliana Falconieri (1270-1341) uit Florence, stichteres van de Zusters van de Derde Orde der Servieten.