Rome, 29 mei 2021 - De bisschop die een half jaar geleden tot allereerste geestelijke uit Brunei kardinaal werd gecreëerd is vandaag in Taiwan overleden. Kardinaal Cornelius Sim was 69 jaar. 

Het apostolisch vicariaat Brunei liet weten dat de aan kanker lijdende kardinaal sinds 8 mei in quarantaine lag in het Chang Gung Memorial Hospital in de Taiwanese stad Taoyuan. Hij zou er met celtherapie worden behandeld. Maar nog voordat daarmee gestart kon worden, begaf zijn hart het.

Sim was in 1989 de eerste inheemse inwoner van het sultanaat Brunei Darussalam die tot katholiek priester werd gewijd. Voordat hij aan zijn priesteropleiding begon werkte hij als petrochemisch ingenieur bij Shell.

Cornelius Sim werd geboren op 16 september 1951 als oudste in een gezin van zes kinderen. Hij studeerde elektrotechniek in Kuala Lumpur (Maleisië) en Dundee (Schotland). Na tien jaar bij Shell gewerkt te hebben nam hij, zeer tegen de wens van zijn moeder in, het besluit om priester te worden. In 1988 behaalde hij een mastergraad in de theologie aan de Franciscan University of Steubenville, Ohio (VS).

In 1999 werd Sim benoemd tot prefect van Brunei. Op 21 januari 2005 werd hij tot bisschop gewijd nadat hij was benoemd tot apostolisch vicaris van Brunei. 

Paus Franciscus creërde mgr. Sim kardinaal tijdens het publieke consistorie van 28 november 2020. Reisbeperkingen als gevolg van de coronapandemie verhinderden hem naar Rome te reizen voor het evenement. Hij volgde het consistorie via een rechtstreekse videoverbinding. De rode hoed en de kardinaalsring werden naar hem opgestuurd.

Brunei Darussalam is een soevereine staat op het eiland Borneo. Het land heeft nog geen half miljoen inwoners; 80 procent is moslim. Er is geen eigen kerkelijke hiërarchie. De enige katholieke bestuurseenheid mag er niet ‘bisdom’ heten maar ‘apostolisch vicariaat’; dat betekent dat het direct onder Rome valt. Het apostolisch vicariaat Brunei telt nog geen 20.000 katholieken.

Met het overlijden van de 69-jarige Sim telt het Kardinalencollege thans 222 leden,  afkomstig uit 87 landen. Van hen zijn er 125 jonger dan 80 jaar; die zijn gerechtigd om deel te nemen aan een conclaaf als er sprake zou zijn van het overlijden of aftreden van de paus.