Op het Hoogfeest van de Hemelvaart des Heren viert de Kerk dat Christus is opgenomen in de goddelijke werkelijkheid, die Hemel wordt genoemd. Doordat Christus, het hoofd van de Kerk, is verheven, zijn alle leden van zijn Kerk met de Hemel verbonden.
Veertigste dag in de paastijd
Met Pasen viert de Kerk dat Jezus Christus de dood heeft overwonnen. Op Paaszondag begint de vijftigdaagse Paastijd. Het is een blijde tijd, waarin de vreugde om de overwinning op de dood door blijft klinken. De Paastijd mondt na zeven weken uit in Pinksteren, het feest van de Heilige Geest. Op de veertigste dag van de Paastijd viert de Kerk het feest van Hemelvaart. Hemelvaart valt altijd op een donderdag.
Goddelijke werkelijkheid
'Hemelvaart' betekent letterlijk 'opgang ('vaart') naar de hemel'. De Hemel is in de Bijbel een beeld voor de 'goddelijke werkelijkheid'. Met Hemelvaart, zo leert de Kerk, wordt Christus opgenomen in die goddelijke, niet-aardse werkelijkheid, waar de wetten van tijd en ruimte niet gelden.
Nieuwe Testament
Vier boeken van het Nieuwe Testament maken melding van Christus' Hemelvaart: het Evangelie volgens Marcus, het Evangelie volgens Lucas, de eveneens aan Sint Lucastoegeschreven Handelingen der Apostelen en de Efeziërsbrief van de apostel Paulus.
Ten hemel opgenomen
In het Evangelie van Marcus staat dat Jezus in de hemel 'werd opgenomen' (Marcus 16, 19). Opvallend is dat hier de passieve vorm wordt gebruikt: Jezus wérd opgenomen. Lucas gebruikt in de Handelingen eveneens een passieve vorm. Hij zegt dat Jezus ten overstaan van de apostelen 'werd omhoog geheven' (Handelingen 1, 9). Het is God, die Jezus omhoog haalt. Dat wordt duidelijk uit het beeld van de wolk, dat Lucas gebruikt: "en een wolk onttrok Hem aan het gezicht" (Handelingen 1, 10). In de Bijbel is een wolk namelijk een beeld waarmee de aanwezigheid van God, die in wezen onzichtbaar is, aangeduid wordt.
Rechterhand
Marcus schrijft dat Jezus bij zijn verheffing in de hemel plaats nam "aan de rechterhand van God" (Marcus 16, 19). Deze uitdrukking grijpt terug op Psalm 110, vers 1: "Ga zitten aan mijn rechterhand en Ik leg uw vijanden als een voetbank voor uw voeten." In het Oude Testament zaten alleen de voornaamste personen aan de rechterhand van de koning. De kerkvader Augustinus (354-430) zegt over het zinnebeeld van de rechterhand: "Rechterhand van God betekent het eeuwig geluk; de rechterhand van God betekent onuitsprekelijke, onschatbare, onbegrijpelijke gelukzaligheid en voorspoed" (Sermo Guelferbitanus).
Hoofd en lichaam
Voor de gelovigen is de Hemelvaart van Jezus een reden tot grote vreugde, omdat zij nu verbonden zijn met de bovenaardse wereld. Sint Paulus zegt immers in zijn Efeziërsbrief dat de Kerk het Lichaam van Christus is. De gelovigen vormen de ledematen en Christus is het Hoofd van de Kerk. Met Christus is een deel van de Kerk ten hemel opgevaren, waardoor ook de rest van de Kerk 'verheven' is. De Hemelvaart van de gestorven en verrezen Christus voedt bij gewone gelovigen de hoop, dat ook zij na hun dood ooit zullen worden opgenomen in de goddelijke, hemelse werkelijkheid. Al deze gedachten worden mooi samengevat in het openingsgebed dat de priester uitspreekt in de eucharistieviering van het Hoogfeest van Hemelvaart: "Almachtige God, laat ons juichen en blij zijn, vol dankbaarheid, omdat de Hemelvaart van Christus, uw Zoon, ook onze verheffing is. Zijn glorie bij U is onze hoop, want wij vormen één lichaam met Hem die ons hoofd is: Jezus Christus onze Heer."
Geschiedenis
Het feest van Hemelvaart dateert uit de 4de eeuw. Het Concilie van Elvira besloot in 310 dat de verheffing van Jezus los van de uitstorting van de Heilige Geest (Pinksteren) gevierd moest worden. Hemelvaart werd daardoor een zelfstandig feest op de veertigste dag van Pasen.
Veertig dagen
Dat Hemelvaart op de veertigste Paasdag gevierd wordt, gaat terug op de eerste verzen van de Handelingen der Apostelen van de Evangelist Lucas: "Mijn eerste boek, Teofilus, ging over alles wat Jezus heeft gedaan en geleerd, vanaf het begin tot de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij aan de apostelen die Hij had uitgekozen, door de heilige Geest zijn opdracht had gegeven. Aan hen heeft Hij veertig dagen lang herhaaldelijk bewezen dat Hij na zijn lijden weer in leven was." (Handelingen 1, 1-3).
Vrije dag
In Nederland is Hemelvaartsdag nog steeds een officiële vrije dag. De laatste tijd wordt wel de vraag gesteld of Hemelvaart als vrije dag voor iedereen gehandhaafd moet worden. Steeds minder mensen beleven deze dag immers als een religieus feest. Er gaan zelfs stemmen op om, in wat onze 'multiculturele samenleving' heet, Hemelvaart en Tweede Pinksterdag te vervangen door een moslim- of een hindoefeest.
Dauwtrappen
Het is een oude traditie om op Hemelvaartsdag voor dag en dauw op te staan en in grote groepen te gaan wandelen. Dit wordt 'dauwtrappen' genoemd. In Overijssel was hetzelfde gebruik lange tijd beter bekend als 'hemelvaren'. Dauwtrappen werd vroeger zingend en blootsvoets gedaan. Het ritueel zou een zuiverende en genezende werking hebben, omdat dauw beschouwd werd als een goddelijk verschijnsel.
Germanen
Het dauwtrappen, ook wel dauwtreden genoemd, schijnt oorspronkelijk een Meifeest te zijn geweest, waarbij de wederopbloei van de natuur werd gevierd. Waarschijnlijk gingen de Germanen in voorchristelijke tijden naar de heilige wouden om daar de voorvaderen te vereren. Mogelijk heeft men dit gebruik later in verband gebracht met de katholieke Hemelvaartprocessies.