De Katholieke en de Orthodoxe Kerken gedenken jaarlijks op 29 augustus het martelaarschap van de heilige Johannes de Doper, die door onthoofding om het leven kwam.
Voorloper
Johannes de Doper is de voorloper van Jezus Christus. In de Evangeliën staat dat hij optrad als profeet in de woestijn van Juda. Daar predikte hij de komst van de Dag van de Heer. Daarom riep hij op tot bekering en boete. Als teken daarvan konden mensen door hem gedoopt worden.
Herodes
Johannes werd gearresteerd op last van koning Herodes Antipas, zoon van Herodes de Grote. Hij voelde zich beledigd omdat Johannes hem publiekelijk had beschuldigd van overspel, omdat hij Herodias, de echtgenote van zijn broer Filippus, tot zijn vrouw had genomen. De koning, een marionet van de Romeinse bezetters, zette Johannes daarop gevangen in de rotsburcht Macherus bij de Dode Zee. Herodes had hem eigenlijk willen laten doden, maar hij durfde dat niet, bang dat het volk dan in opstand zou komen.
Onthoofding
Toen Salomé, de dochter van Herodias, op een dag de koning door haar verleidelijke dans had vermaakt, vroeg Herodes Antipas hoe hij haar zou kunnen belonen. Door haar moeder opgestookt, zei ze: "Geef mij hier op een schotel het hoofd van Johannes de Doper." De koning werd bedroefd, maar vanwege zijn eed en omwille van zijn gasten gaf hij het bevel om het haar te geven. En hij liet Johannes in de gevangenis onthoofden. Zijn hoofd werd op een schotel gebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het naar haar moeder. Zijn leerlingen kwamen het lijk halen en ze begroeven het, en ze gingen Jezus op de hoogte stellen. Toen Jezus dat hoorde, week Hij met een boot uit naar een eenzame plaats om alleen te zijn (Mt 14: 8-13).
Verering
In Oost en West wordt Johannes als een grote heilige vereerd. In de Katholieke Kerk wordt zijn geboorte op 24 juni als hoogfeest gevierd. Zijn marteldood wordt jaarlijks op 29 augustus herdacht, zowel in de Katholieke als de Orthodoxe Kerk. Deze gedachtenis gaat terug op de wijdingsdag van de kerk die gebouwd werd boven Johannes' vermoedelijke graf in Sebaste (Samaria).