De Clementijnse Zaal (Sala Clementina) is een ruimte in het Apostolisch Paleis, vooral bekend omdat de paus er na zijn overlijden korte tijd ligt opgebaard.

Geschiedenis
De Sala Clementina werd op last van paus Clemens VIII aan het einde van de zestiende eeuw gebouwd als een eerbetoon aan de heilige paus Clemens I toegevoegd aan het Apostolisch Paleis. De zaal bevindt zich op de tweede verdieping en is in feite een ontvangsthal, vlak voor de ingang van de pauselijke vertrekken. De zaal is gedecoreerd met fresco's. Boven de ingang is het 'Martelaarschap van Sint Clemens' geschilderd door de Vlaamse kunstschilder Paul Bril. Andere fresco's stellen de doop van de heilige, en een allegorie van Kunst en Wetenschap voor. De plafondschildering verbeeldt de apotheose van Sint Clemens. Overal is ook het familiewapen van de familie Aldobrandini, waar Clemens VIII uit stamde, te zien.

Gebruik
De Sala Clementina is de ontvangstruimte voor het bezoek van de paus. Hier wachten bijvoorbeeld nieuwe ambassadeurs bij de Heilige Stoel op het moment dat zij worden toegelaten tot de pauselijke ontvangstruimten. Twee Zwitserse wachters bewaken de toegang tot de pauselijke vertrekken. De zaal wordt daarnaast gebruikt voor ontvangsten.

Baar
In de Sala Clementina worden ook overleden pausen opgebaard. Na diens overlijden wordt de baar van de paus eerst opgesteld in diens privékapel. Dit om zijn directe medewerkers de gelegenheid te geven afscheid te nemen. Vervolgens verblijft de pauselijke baar twee dagen in de Sala Clementina. Hier kunnen medewerkers van de Romeinse Curie en andere hoge prelaten de Heilige Vader de laatste eer bewijzen. Vanuit de Clementijnse zaal wordt de baar ten slotte, onder het zingen van de Litanie van Allerheiligen, overgebracht naar de Sint-Pietersbasiliek.

Bijeenkomst van paus Benedictus XVI met het College van Kardinalen met betrekking tot het kerkelijk recht, in de Sala Clementina: