11-04-2020
De gezondheid van kerkgangers weegt zwaarder dan het grondrecht op gezamenlijke kerkdiensten en de vrijheid van godsdienst, heeft het constitutionele hooggerechtshof in Karlsruhe beslist.

De hoogste Duitse rechters hebben dat op Goede Vrijdag in een spoedprocedure besloten en dat voorlopige vonnis zaterdag bekendgemaakt. Zij wezen een beroep van een kerkgenootschap in Berlijn af, dat eerder met een negatieve uitspraak van een lokale rechtbank was geconfronteerd. Het kerkgenootschap meende dat een bijeenkomst met maximaal 50 bezoekers en een minimale afstand van 1,5 meter mogelijk moest zijn, maar de rechters in eerste en tweede aanleg zien dat anders. Zij onderschrijven het verbod op religieuze samenkomsten, eerder ook al zonder succes in de deelstaat Hessen aangevochten.

De rechtbank in de Duitse hoofdstad vond het risico te groot. Bij het gezamenlijk bidden en zingen zouden druppels met het coronavirus kunnen worden verspreid. Daarnaast neemt de kans op besmetting bij een verblijf van langer dan een kwartier in een gemeenschappelijke ruimte toe, aldus de rechters.

De hoogste rechters zeggen te beseffen dat het een zwaarwegende inbreuk is op de godsdienstvrijheid. Daarom moet een eventuele verlenging op het verbod op bijeenkomsten in kerken, moskeeën en synagogen na 19 april kritisch beoordeeld worden. Zodra het mogelijk is, moet het verbod worden opgeheven, aldus het voorlopige vonnis.