Nijmegen, 1 juni 2021 - De katholieke missie in Nederlands-Indië had niet enkel, zoals lang gedacht, een vredelievend, religieus karakter. De missie leverde een cruciale bijdrage aan het in stand houden en legitimeren van de koloniale macht, soms op wrede en ingrijpende wijze. Dat laat historica Maaike Derksen zien in haar proefschrift dat ze op 15 juni verdedigt aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
“Er is nog steeds een misvatting dat de christelijke missies draaiden om bekering en evangelisatie. De missie was juist voor een groot deel onderdeel van het koloniale project, en veel meer dan we tot op heden dachten”, vertelt de promovenda.
Volgens Derksen werkte de missie op een cruciale manier mee aan het legitimeren en uitbreiden van de koloniale macht: ze bewaakte de raciale grenzen tussen Europeanen en de lokale bevolking en probeerde tegelijkertijd de lokale bevolking te transformeren naar westers ideaal. Dat gebeurde vooral via projecten die de bevolking moesten ‘civiliseren’, en voornamelijk gericht waren op kinderen.
In haar onderzoek kijkt Derksen naar projecten in twee geografische gebieden van voormalig Nederlands-Indië tussen 1856-1942: Java en Zuid Nederlands-Nieuw-Guinea.