1 september 2024
Sint Agathakerk te Lisse
Bisschop J. van den Hende

Lezingen:
Deuteronomium 4, 1-2.6-8 
Jakobus 1, 1718.21b-22.27 
Marcus 7, 1-8.14-15.21-23

Broeders en zusters,
In onze 21e eeuw hebben veel mensen moeite met regels en voorschriften. Voorschriften worden al gauw gezien als beperking: ”een ander moet mij niet zeggen wat ik wél of niet moet doen. En bij een sterk beleefd individualisme wordt al gauw gezegd: “ik heb geen boodschap aan gemeenschappelijke regels”.
Regels en voorschriften zijn in onze moderne tijd dus niet populair. Toch kunnen we in ons leven niet zonder. Het verkeer zou een chaos zijn wanneer er geen regels gelden. En hoe kunnen we in de samenleving onze rechten en plichten en die van anderen veilig stellen zonder regels en voorschriften? De menselijke omgang met elkaar vraagt regels en afspraken, ook al voelt de moderne mens er vaak weinig voor.

Vandaag horen we in de eerste lezing dat Mozes aan zijn volk de nodige voorschriften en bepalingen wil leren. Mozes drukt die voorschriften niet zomaar bij zijn mensen door de keel. Nee, allereerst zegt Mozes: “Luister dan, Israël”.
Mozes vraagt zijn volk om allereerst met hun hart te luisteren. Het gaat Mozes om voorschriften voor de dagelijkse omgang met God en met elkaar als leden van Gods volk: respectvol omgaan met God de Heer en met je naasten. Uiteindelijk schenkt Mozes de tien geboden, die ten diepste woorden zijn om met God en elkaar te leven in geloof en liefde.

Maar waar zijn geloof en liefde gebleven in het evangelie waar de Farizeeën Jezus ondervragen? Ze hebben Jezus al een tijdje kritisch gevolgd en kunnen eigenlijk niets tegen Hem inbrengen. Daarom letten de farizeeën nu op de leerlingen van Jezus en vragen: waarom eten uw leerlingen met onreine handen? Wij vinden dat je eerst de vingers moet wassen en ook de bekers en schalen!
Het antwoord van Jezus is heel direct. Zijn de farizeeën gekomen om anderen te maat te nemen op grond van uiterlijke dingen? Jezus vraagt: hoe zit het met jullie binnenkant? De voorschriften van Mozes zijn gegeven omwille van de omgang met God en de naaste. Die omgang heeft allereerst te maken met het binnenste van de mens. De geboden zijn er om van harte in praktijk te brengen. Je kunt wel je handen wassen maar dat is schijn als je binnenkant vol is van boze gedachten en bedoelingen!
En dan zegt Jezus, net zoals Mozes deed: “Luistert naar Mij en wilt verstaan”. Dat wil zeggen: luister met je hart en wees ontvankelijk voor wat Ik jullie te zeggen heb.
In deze geest schrijft ook de apostel Jacobus in de tweede lezing: “neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan […] Weest uitvoerders van het woord en niet alleen toehoorders”. 

Broeders en zusters, naar aanleiding van het evangelie mogen ook wij ons afvragen: hoe is het met ons binnenste waar het gaat om de dagelijkse omgang met God en met onze naasten? Is ons hart afgestemd op de geboden van de Heer, of is er in mijn doen en laten vooral sprake van boze gedachten, van ontucht, diefstal, echtbreuk, hebzucht, en noem maar op…….? Kunnen mijn denken en doen de toetssteen van liefde en gerechtigheid doorstaan? Laten wij ons raken door de Heer en door onze medemens? Is mijn hart dichtbij de Heer en heb ik werkelijk oog en oor voor mijn naaste in nood?

Broeders en zusters, de schriftlezingen van vandaag zijn als een kleine retraite die aanzet tot een praktisch gewetensonderzoek. En wat betreft de geboden van de Heer. Die zijn ten diepste een uitnodiging om ons telkens weer te bekeren, om ons toe te leggen op een waarachtige omgang met God en met onze naaste. Geloof, hoop en liefde zijn daarbij leidend, alle dagen van ons leven.

Amen