Het ogenschijnlijk seculiere en vrijgevochten Amsterdam heeft verrassend diepe katholieke wortels. Dat ontdekt schrijver en columnist Stephan Sanders in het nieuwe KRO-NCRV programma De andere kant van Amsterdam. Speciaal voor Vertel-magazine geeft Stephan een exclusieve rondleiding langs religieuze schatten in de hoofdstad.
Tekst: Tijgerbloed • Beeld: Nachtzon Media, Shutterstock, Wikipedia
We lopen tussen de drommen toeristen, die selfies makend aan hun eigen ontdekkingstocht beginnen, verder naar de Sint-Nicolaasbasiliek aan de Prins Hendrikkade. Het is één van de gebouwen die aan bod komt in het KRO-NCRV programma De andere kant van Amsterdam. ‘In dezelfde periode als het CS gebouwd door een leerling van Cuypers. Hier konden de katholieken na drie eeuwen éindelijk weer kerken.’
Vrolijk en licht
De basiliek speelde ook in het leven van Stephan een bijzondere rol. Want hier werd hij opnieuw gegrepen door de katholieke spiritualiteit. ‘Tot mijn twaalfde was ik katholiek. Mijn vader was hoofd van een katholieke school, ik speelde fluit in de kerk, mijn zusje zong in het koor en met het gezin gingen we elke zondag naar de kerk.’
Het geloof werd vrolijk en licht benaderd, vertelt hij. ‘Mijn moeder zag Maria als de eerste feministe. Het was niet zwaar of beladen.’ Maar in de jaren die volgden raakte het geloof op de achtergrond. Hij deed er niet bewust afstand van. Juist omdat het niet beladen was, kon het ook relatief makkelijk uit zijn leven wegvloeien, vermoedt hij.
'Mijn moeder zag Maria als de eerste feministe'
Geleidelijk weer geloven
We lopen de basiliek binnen, het gedruis van de auto’s en toeristen verstomt, stilte valt over ons heen. ‘Op mijn 52e ben ik weer echt katholiek geworden’, vertelt de nu 62-jarige Sanders. De weg daarheen was geleidelijk.
‘Mijn moeder overleed twintig jaar geleden, ze werd begraven in Oldenzaal. Dat was de eerste keer sinds mijn jeugd dat ik weer een mis bijwoonde. Natuurlijk was ik emotioneel omdat mijn moeder was gestorven, ik was dol op haar. Ik gooide een kluit aarde op de kist. En toen dacht ik: met haar sterft het geloof. Want mijn vader was al overleden en mijn zus ook.’ Een droevige gedachte.
‘Maar opeens realiseerde ik me: wacht even, zij heeft mij aangenomen als kind − ik ben geadopteerd − ik kan dat natuurlijk ook doen, maar dan met het geloof. Dat was de eerste keer dat ik erover nadacht of en hoe het terug zou kunnen komen in mijn leven.’
Studententijd
Toen Sanders werd gevraagd voor de presentatie van De andere kant van Amsterdam; een tweeluik over de katholieke geschiedenis van Amsterdam, belandde hij tijdens de productie pardoes in een onverwachte trip down memory lane.
Hij vertelt erover als we de kerk uit lopen, richting Zeedijk. Langs een massagesalon, een steakhouse, een Italiaans restaurant. Voor een souvenirwinkel staan we stil. Hij wijst naar boven. ‘Op die etage woonde ik in mijn studententijd. Begin jaren tachtig was het hier een enorme rotzooi, elke dag jaagde de politie met de lange lat op junkies. Sommige vrienden durfden niet op bezoek te komen, ik vond het op een leuke manier spannend.’
'Elke dag jaagde de politie met de lange lat op junkies'
We steken de Spooksteeg door naar het statige rijksmonument Vredenburgh. Daar draait Sanders zich om richting de achterkant van zijn oude studentenwoning. ‘Vanuit mijn raam keek ik hier zó op. En daar zie je de Sint-Nicolaasbasiliek en de Oude Kerk. Ik had toen geen idee dat ik me in het hart van katholiek Amsterdam bevond.'
'In dat opzicht is het maken van dit programma echt bijzonder, ik keer terug naar mijn studententijd, en zie nu: alles was bij mij om de hoek.’ Vredenburgh was het huis van de rijke bierbrouwer Cornelis Janszoon Brouwer, vertelt Sanders. ‘Een respectabele katholiek die meerdere keren burgemeester van Amsterdam was. Toen de katholieken niet meer mochten kerken, vluchtte hij met andere rijken naar Kalkar in Duitsland. Zijn geliefde Amsterdam zag hij nooit terug.’
Dan zetten we koers richting het Mirakel van Amsterdam, misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende fenomeen op de ontdekkingstocht van Sanders. In zijn woning in de Oude Kapelsteeg zou een stervende man in 1345 een heilige hostie hebben uitgebraakt. Het braaksel werd in het haardvuur geworpen maar de hostie bleef ongeschonden. Stephan wijst omhoog bij een sportzaak op de “Heilige Hoek” van de Wijde Kapelsteeg en de Kalverstraat. ‘Kijk, hier gebeurde het.’ Een eenvoudige gevelsteen in de vorm van een haard is het enige dat eraan herinnert.
Massale pelgrimage
Het Mirakel veroorzaakte een enorme toestroom van katholieke pelgrims naar Amsterdam. ‘Ze kwamen met tienduizenden tegelijk’, zegt Sanders. We schuifelen nu zelf voort tussen de hordes toeristen. Een vergelijking met het hedendaagse massatoerisme dringt zich op. ‘Ja, het was een gekkenhuis. Er moesten nieuwe herbergen komen en eetgelegenheden. De hele Overtoom is zelfs aangelegd voor deze pelgrimage.’
Nog steeds herdenken katholieken het Mirakel met een jaarlijkse Stille Omgang, waar Sanders dit jaar voor het eerst zelf aan meedeed. In 2025 vindt de omgang plaats op 15 maart.
Even later staan we stil op een hoekje van de Dam voor een chique Dior-winkel, waar toeristen geduldig in de rij wachten om naar binnen te mogen. ‘Hier stond tot de Alteratie, een metershoog beeld van Sint-Nicolaas’, vertelt Sanders, ‘alle bedevaartgangers liepen onder dat beeld door.’ Hij wijst omhoog naar een bescheiden gevelsteentje waarop Sint-Nicolaas is afgebeeld. ‘Als je het niet weet, zie je het niet.’
De doden tellen mee
Achter de gevel van twee huizen zit de Begijnhofkapel. ‘Ook een schuilkerk uit de zeventiende eeuw’, vertelt Sanders. Binnen zijn mensen verzonken in gebed in de kerkbanken, in stilte bewonderen wij een aantal panelen waarop het verhaal van het Mirakel is afgebeeld. ‘Bijzonder hè’, mijmert Sanders als we weer buiten staan. ‘Wat ik zo mooi vind aan het katholicisme is dat de doden ook meetellen. Mijn hele familie is overleden, maar als ik in een kerk kom, dan besef ik: ik ben hier met alle doden. Dan voel ik me opgenomen in een traditie en ben ik niet meer alleen.’
Ontdek de verborgen schatten van Amsterdam
1. Amsterdam Centraal Station: Neogotiek van de katholieke architect Pierre Cuypers.
2. Noord-Zuidlijn met een kapelletje met daarin het beeld van Sint Barbara. Voordat de werkzaamheden begonnen, is zij ingezegend.
3. Sint-Nicolaasbasiliek, met relieken van Sint-Nicolaas en muurschilderingen met het levensverhaal van de patroonheilige van de stad.
4. Sint-Olofskapel, katholieke kerk die tijdens de Alterati is afgenomen.
5. Vredenburgh, waar Cornelis Janszoon Brouwer woonde. Hij was meerdere keren burgemeester van Amsterdam.
6. Ons’ Lieve Heer op Solder: voormalige schuilkerk, nu museum.
7. Damrak, waar de populaire Nicolaaskoek werd verkocht.
8. Nieuwe Kerk, 15e eeuw, katholieke kerk die tijdens de Alteratie is afgenomen.
9. Oude Kerk, 13e eeuw, katholieke kerk die tijdens de Alteratie is afgenomen.
10. Mozes en Aäronkerk, ontstaan uit een schuilkerk.
11. Burgerweeshuis (tegenwoordig Amsterdam Museum) met boven de poort een reliëf met witte duif; het symbool van de Heilige Geest.
12. Waalse Kerk, katholieke kerk die tijdens de Alteratie is afgenomen.
13. Agnietenkapel; hier stond in de middeleeuwen een groot aantal rooms-katholieke kloosters.
14. De “Heilige Hoek”: Wijde Kapelsteeg-Kalverstraat.
15. Begijnhof, met onder andere het verhaal en graf van begijn Cornelia Arens.
16. Vondelpark. Het beeld van Vondel is neergezet door onder andere schrijver Joseph Alberdingk Thijm.