19-09-2019
Onderzoekers van het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen hebben acht opstellen ontdekt van de zalige karmeliet Titus Brandsma. Zij verschenen tussen 1907 en 1908 in arbeidersblad De Voorhoede en werpen nieuw licht op het sociale denken van pater Brandsma. Dat meldt Katholiek Nieuwsblad (KN).
Volgens het KN kwamen Ineke Cornet en Inigo Bocken de documenten op het spoor bij hun onderzoek voor een nieuwe biografie van Titus Brandsma. Daarin roept de karmeliet op te gaan stemmen en verdedigt hij de zondagsrust, een van de belangrijke strijdpunten van de arbeidersbeweging. In een ander artikel brengt pater Brandsma verslag uit over een onderwijskwestie in Italië en over een vrouwencongres in Rome. Volgens de onderzoekers schreef Brandsma de artikelen in de Eeuwige Stad.
De nieuwe biografie wordt in 2023 gepubliceerd, bij gelegenheid van de 100ste verjaardag van de Radboud Universiteit, voorheen de Roomsch Katholieke Universiteit Nijmegen, waarvan professor Brandsma in het collegejaar 1932/33 rector magnificus was (zie foto).
Anno Sjoerd Brandsma werd op 23 februari 1881 geboren in het dorpje Oegeklooster in Friesland. Op 17-jarige leeftijd trad hij in bij de Orde der Karmelieten en ontving hij de kloosternaam Titus. Na zijn priesterwijding in 1905 werd pater Titus door zijn orde naar Rome gestuurd om er filosofie te studeren. Zijn doctoraat haalde hij in 1909. Teruggekomen in Nederland werd hij benoemd tot docent wijsbegeerte aan het karmelitaans filosoficum in Oss. In 1923 werd hij hoogleraar filosofie en geschiedenis der Nederlandse mystiek aan de Nijmeegse universiteit.
Naast zijn academische werk, ontwikkelde pater Brandsma zich als journalist en bestuurder van tal van culturele en intellectuele verenigingen. In de jaren dertig schreef en preekte hij over de gevaren van het nieuwe heidendom, zoals hij het nationaalsocialisme en het fascisme placht aan te duiden. In 1941 werd hij door aartsbisschop De Jong van Utrecht aangesteld om de belangen van het katholiek middelbaar onderwijs en de katholieke pers te verdedigen. Hij stelde richtlijnen op waarin het katholieke tijdschriften verboden werd advertenties van de NSB te plaatsen.
De Gestapo arresteerde pater Brandsma in Nijmegen op 19 januari 1942. Via Arnhem kwam hij terecht in de Polizeigefängnis in Scheveningen (bijgenaamd Oranjehotel). Daar stelde hij een strak gebeds- en werkschema voor zichzelf op. Hij zou zich in zijn cel meer karmeliet te hebben gevoeld dan ooit. In Scheveningen schreef hij een biografie van de grote karmelietes Sint-Teresia van Avila (1515-1582) en het mystieke gedicht O Jezus als ik U aanschouw.
Titus werd na enige tijd overgeplaatst naar het concentratiekamp Amersfoort om uiteindelijk via Kleef te belanden in Dachau. Daar kwam hij, al sterk verzwakt, op 26 juli 1942 door een dodelijke injectie om het leven.
Pater Titus Brandsma stond zijn hele leven bekend als een beminnelijke, geduldige en moedige man. Hij stierf als martelaar, omdat hij streed voor het Evangelie en voor de vrijheid van de Kerk, zo getuigden tijdgenoten bij zijn zaligverklaringsproces. Paus Johannes Paulus II verklaarde hem in 1985 zalig. Zijn liturgische feestdag in de Nederlandse kerkprovincie is 27 juli.