München, 24 november 2022 - In de diocesane bibliotheek van het aartsbisdom München en Freising is een belangrijke ontdekking gedaan. Er zijn tot nu toe onbekende transcripties van lezingen van de wereldberoemde filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831), gevonden. Dat heeft het Beierse aartsbisdom vandaag bekendgemaakt.
De documenten openen nieuwe wegen naar het denken van de denker die wordt beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duitse idealisme.
Hegel-biograaf Klaus Vieweg van de Friedrich Schiller Universiteit in Jena stuitte onlangs in de bibliotheek op vijf archiefdozen met nauwgezet geschreven mappen en papieren. “Zo'n hoogst verrassende en gelukkige ontdekking gebeurt waarschijnlijk maar eens in je leven en is vergelijkbaar met het vinden van een nieuwe Mozart-partituur.”
Bepaalde delen van Hegels filosofie zijn meestal alleen gedocumenteerd door middel van college-aantekeningen. Zij gaven inzicht in zijn denken als “werk in uitvoering”, De transcripties, die ongeveer 4.000 pagina's omvatten, werden geschreven door Friedrich Wilhelm Carove (1789-1852), een van Hegels eerste studenten aan de universiteit van Heidelberg. Deze katholieke schrijver, publicist en politicus was een van de belangrijkste intellectuelen van zijn tijd.
De nu ontdekte manuscripten zouden deel uitmaken van de nalatenschap van de theoloog Friedrich Windischmann (1811-1861), hoogleraar katholieke theologie in München en vicaris-generaal van het aartsbisdom München van 1846 tot 1856. Hij was de zoon van de Bonnse hoogleraar filosofie en arts Karl Joseph Hieronymus Windischmann (1775-1839), die in contact stond met Hegel en de manuscripten van Carove cadeau kreeg.
Een van de manuscripten is een lang gezocht transcript van een lezing van Hegel over esthetica in Heidelberg, waarover tot op heden geen andere documenten bestaan.
Alle gevonden documenten zullen in het kader van een meerjarig wetenschappelijk project door internationale deskundigen worden voorbereid op een omvangrijke uitgave onder de titel Caroves Hegel-Mitschriften; ook zijn begeleidende studies gepland.
Hegel beweerde met zijn filosofie de gehele werkelijkheid in haar verscheidenheid van verschijningsvormen, met inbegrip van haar historische ontwikkeling, coherent, systematisch en definitief te hebben geduid. De werkelijkheid is volgens hem de ‘dialectische’ (een progressieve reeks van these, antithese en synthese) uiteenvouwing van de absolute geest, vandaar dat zijn denken ‘absoluut idealisme’ wordt genoemd.