Rome, 3 oktober 2020 - Het einde van de Kerkelijke Staat 150 jaar geleden is providentieel gebleken, vindt kardinaal Pietro Parolin, staatssecretaris van de Heilige Stoel. Hoewel de invasie van Italiaanse troepen in Rome in 1870 in eerste instantie als een “trauma” werd ervaren, kon het pausdom uiteindelijk groeien in zijn universele dimensie en onafhankelijkheid, zei Parolin gisteren tijdens een internationaal symposium in Rome.

De ‘tweede man’ van het Vaticaan sprak bij gelegenheid van de herdenking van de bres in de Aureliaanse muur die werd geslagen door de troepen van het Koninkrijk Italië. Dat gebeurde vlak bij de Porta Pia op 20 september 1870. De pauselijke defensie faalde, waardoor Rome kon worden veroverd. Een halve maand later werd het territorium van de verslagen Kerkelijke Staat officieel ingelijfd bij het Koninkrijk Italië. Koning Victor Emmanuel II, van de Savoia-dynastie, nam het pauselijk Quirinaal-paleis in gebruik als zijn residentie. Paus Pius IX, de onttroonde vorst van Rome, had zich inmiddels achter de muren van het Vaticaan verschanst. 

De latere oprichting van de Vaticaanse stadstaat door de Lateraanse Verdragen in 1929 had Pius XII tijdens de Tweede Wereldoorlog in staat gesteld “ontelbare personen in veiligheid te brengen die door het nazi-regime en de bezettingsmacht in Rome werden gezocht”, zei Parolin. 

Volgens de kardinaal-staatssecretaris hebben de gebeurtenissen van 1870, met het traumatische machtsverlies van de paus en het conflict tussen het Koninkrijk Italië en de Heilige Stoel, geleid tot een vruchtbare samenwerking tussen de twee entiteiten.

De Lateraanse Verdragen, die de onafhankelijkheid van de paus moesten garanderen en de Katholieke Kerk in Italië in staat moesten stellen haar activiteiten uit te voeren, onderstreepten ook het “geestelijke en pastorale karakter van de Kerk en haar hoofd”, zei Parolin. “Vanaf de bres bij de Porta Pia tot op heden bestaat hierover geen enkele twijfel: “in de herinnering van de Heilige Stoel bestaat er zekerheid over het handelen de Voorzienigheid.”

bron: VaticanNews