Odilsjubeljaar

Straatsburg, 4 juli 2021 - In de kathedraal Notre-Dame de Strasbourg in Straatsburg heeft vanochtend de hoogmis plaatsgevonden bij gelegenheid van het Grote Jubeljaar van de 1300ste sterfdag van Sint-Odilia, patrones van de Elzas. Hoofdcelebrant was kardinaal-staatssecretaris Pietro Parolin, die als speciale gezant van de paus naar de viering van dit feest is gestuurd. 

Tevens werd het 90-jarig bestaan van de Broederschap van de Eeuwige Aanbidding in Mont Sainte-Odile gevierd. 

Tijdens de mis werd Gilles Reithinger tot bisschop gewijd door kardinaal Parolin en door aartsbisschop Luc Ravel van Straatsburg en aartsbisschop Jean-Marc Aveline van Marseille. Mgr. Reithinger trad daarbij aan als hulpbisschop van het aartsbisdom Straatsburg.

Kardinaal Parolin, ‘de tweede man van het Vaticaan’, was op 29 juni voor een officieel bezoek in Berlijn bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de diplomatieke betrekkingen tussen Duitsland en de Heilige Stoel.

In december 2019 werd door de aartsbisschop van Straatsburg voor de gehele Elzas het Grote Jubeljaar van Sint-Odilia afgekondigd. Dit werd geopend op 13 december 2020 en zal worden afgesloten op 13 december 2021. 

Odilia van Hohenburg was de dochter van Etico (Athich), de als wreed bekend staande hertog van de Elzas. Ze was stichteres en abdis van de kloosters Odilienberg (voorheen Hohenburg) en Niedermünster in de Elzas. Haar eerste levensbeschrijving dateert van begin 10de eeuw. Daarin wordt verteld dat ze als meisje blind was en daarom door haar vader verstoten werd. Haar blindheid verdween bij haar doopsel. Haar vader zou haar jarenlang dwars blijven zitten. Toen hij stervende was, wilde hij zich echter met zijn vrome dochter verzoenen. Hij schonk haar Hohenburg, waar zij een klooster stichtte. Daar verpleegde Odilia haar vader daar en later ook haar moeder.

Een legende vertelt dat de stervende abdis haar zusters naar de kloosterkerk stuurde voor het getijdengebed. Toen ze van het koor terugkwamen, vonden ze haar dood. Door hun aanhouden bidden werd ze echter weer levend. Verbaasd vroeg Odilia waar zij zich zo druk om maakten. Ze zei dat de heilige Lucia van Syracuse bij haar was geweest. Daarop nam ze de ciborie met heilige hosties, reikte zichzelf de communie uit en stierf opnieuw.

Odilia werd begraven in Odilienberg (thans: Mont Sainte-Odile). Door de eeuwen heen is het klooster geplunderd, verwoest en meer dan eens van eigenaar gewisseld. Niettemin rust haar gebeente nog steeds in een stenen sarcofaag in de crypte.

Odilia wordt aangeroepen bij oog-, oor-, en hoofdkwalen. Paus Pius VII riep haar in 1807 uit tot patrones van de Elzas. Haar feestdag is 13 december. Deze deelt zij met Sint-Lucia, die eveneens wordt aangeroepen bij oogkwalen.

Veel kloosters en parochies zijn naar Odilia vernoemd. Mogelijk is zij de naamgever van het dorp Sint Odiliënberg in Nederlands Limburg. Daar wordt echter ook Odilia van Keulen vereerd. Ook in Baarlo en Sweikhuizen bestaat een devotie voor de beide Odilia's, hoogstwaarschijnlijk omdat de ene met de andere verward is. In Nieuwenhagen (Zuid-Limburg) bestaat die verwarring niet. Daar wordt Odilia van de Elzas vereerd sinds 1843 toen de parochie Maria Hulp der Christenen in het bezit kwam van een reliek van haar.