07-06-2020
Paus Franciscus heeft op deze Drievuldigheidszondag in zijn Angelustoespraak aangedrongen op de naleving van de regels voor bescherming tegen het coronavirus. Tegen de enkele honderden mensen op het Sint-Pietersplein zei hij dat hun aanwezigheid erop duidt dat “de acute fase van de pandemie in Italië is overwonnen”. Maar dat neemt niet weg dat het nog steeds nodig blijft om zich te houden aan de door de overheden opgelegde maatregelen, aldus Franciscus. Het is volgens hem nog te vroeg om al “overwinningsliederen te zingen”.
De Heilige Vader zei het te betreuren dat in sommige landen het coronavirus nog vele slachtoffers maakt. “Afgelopen vrijdag stierf er in een land één per minuut Vreselijk. Ik wil graag mijn verbondenheid met deze mensen, met de zieken en hun families, en met iedereen die voor hen zorgt, tot uitdrukking brengen.“
Wereldwijd zijn meer dan 400.000 mensen aan het coronavirus overleden. Dat meldt de Amerikaanse Johns Hopkins-universiteit, die zich baseert op cijfers van officiële instanties.
De paus sprak voorafgaande aan het Angelusgebed over het mysterie van de Drie-ene God: Vader, Zoon en Geest. Vandaag viert de Katholieke Kerk het hoogfeest van de Allerheiligste Drievuldigheid. “Dierbare broeders en zusters, het feest van vandaag nodigt ons uit om ons opnieuw te laten fascineren door Gods schoonheid; schoonheid, goedheid en onuitputtelijke waarheid. Maar ook schoonheid, goedheid en nederige, nabije waarheid, die vlees is geworden om in ons leven, in onze geschiedenis, in mijn geschiedenis, in de geschiedenis van ieder van ons, zodat iedere man en vrouw haar kan ontmoeten en het eeuwige leven krijgt.”
Na het Angelus wees de paus erop dat de maand juni “op bijzondere wijze is gewijd aan het Hart van Christus, een devotie die de grote geestelijke leraren en de eenvoudige mensen van Gods volk verenigt”. Franciscus zei dat het Heilig Hart van Jezus de bron is waaruit we barmhartigheid, vergeving en tederheid kunnen putten. Hij zei dat door de aanbidding van het Allerheiligste Altaarsacrament het hart van de gelovige steeds meer door Jezus wordt omgevormd.
“Er is een oud gebed - ik heb het van mijn grootmoeder geleerd - dat zegt: ‘Jezus, maak dat mijn hart op het jouwe lijkt’. Het is een mooi gebed. ‘Maak mijn hart zoals het jouwe.’ Een mooi, kort gebedje, om in deze maand te bidden. Zullen we het nu samen zeggen? ‘Jezus, laat mijn hart net zo zijn als het jouwe.’ Nog één keer: ‘Jezus, moge mijn hart net zo zijn als het jouwe.’”