Vaticaanstad, 7 december 2020 - Paus Franciscus gaat over een aantal maanden weer naar het buitenland. Dat is tenminste het plan. Van 5 tot 8 maart wil hij in Irak zijn. Daar zal de pontifex als alles doorgaat de steden Bagdad, Qaraqosh, Mosul en Erbil, en de vlakte van Ur bezoeken.
De 83-jarige paus heeft een uitnodiging van de Irakese regering en de katholieke bisschoppen in land aanvaard. Het precieze programma wordt later bekendgemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met de coronapandemie. Irak heeft de aankondiging verwelkomd als “een boodschap van vrede”.
Nooit eerder bezocht een paus Irak. Franciscus had al eerder te kennen gegeven het Arabische land te willen bezoeken. Hij had eigenlijk dit jaar willen gaan, om de door conflicten geplaagde natie een hart onder de riem te steken. Franciscus’ voorganger Johannes Paulus II had een reis gepland staan in 1999, maar dictator Saddam Hoessein stak daar een stokje voor.
Tot de Amerikaanse invasie in 2003 leefden er 1 tot 1,4 miljoen christenen in het overwegend islamitische Irak. Nadat terreurbeweging Islamitische Staat tussen 2014 en 2017 belangrijke delen van het land onder controle had gekregen, was hun aantal drastisch verminderd. Thans zijn er naar schatting niet meer dan 400.000 christenen woonachtig in het land.
Het grootste christelijke genootschap in Irak is de met Rome verbonden Chaldeeuwse Kerk. Aan het hoofd daarvan staat de patriarch van Babylon. Momenteel is dat kardinaal Louis Raphaël I Sako.
De laatste keer dat paus Franciscus een buitenlandse reis maakte was in november 2019. Hij bezocht toen Thailand en Japan.