Amsterdam, 3 december 2022 - Karol Wojtyła was al lang voordat hij in 1978 paus Johannes Paulus II werd op de hoogte van seksueel misbruik van minderjarigen door katholieke geestelijken in Polen. Dat blijkt uit onderzoek van dagblad Trouw.
Als aartsbisschop van Krakau had kardinaal Wojtyła weet van meerdere gevallen van kindermisbruik gepleegd door priesters. In 1971 liet hij een parochievicaris (onderpastoor) doorwerken, nadat deze een jongen had misbruikt. Ook toen deze man in 1973 wegens misbruik was veroordeeld door een rechtbank, stond de toekomstige paus toe dat hij verder in het pastoraat werkzaam bleef. Daarna vergreep de geestelijke zich in een ander Pools diocees opnieuw aan jongens.
De ontdekking werd gedaan tijdens jarenlang onderzoek door Trouw in archieven van de Poolse veiligheidsdienst SB (Służba Bezpieczeństwa). Materiaal uit deze archieven heeft in Polen een omstreden status, vanwege de methodes waarmee de veiligheidsdiensten onder het communistische regime te werk gingen. Omdat er zich ook processtukken en oude getuigenissen van slachtoffers in bevinden, valt er uit de archiefstukken toch nieuw bewijsmateriaal te halen. Daaruit blijkt dat de latere paus veel eerder op de hoogte was van kindermisbruik dan tot nu toe gedacht. In sommige gevallen leidde de overplaatsing van een priester tot nieuwe vergrijpen. Seksueel kindermisbruik werd door de kerkelijke autoriteiten in die tijd beschouwd als onzedelijk gedrag en niet ook als een misdaad.
Tijdens het heiligverklaringsproces van Johannes Paulus II werden kritische geluiden over diens actieve rol in het kerkelijke doofpotbeleid genegeerd. Verdedigers van de heiligheid van de Poolse paus zeiden dat hij pas laat van het misbruik op de hoogte was geraakt en dat het lang duurde voordat de ernst ervan tot hem was doorgedrongen.