Roelf is pas zeventien wanneer hij de ‘lieve schat’ Gerda leert kennen. Vele jaren later zijn de twee elkaar uit het oog verloren, maar niet uit het hart. Met hulp van Spoorloos start Roelf zijn missie: Gerda een bosje bloemen geven.
Dol op Gerda
‘Mag ik een bosje rozen voor Gerda, de lieve schat die vroeger in de Geraniumstraat woonde?’ Roelf stapt de Aalsmeerse tuinbouwkas binnen waar hij jaren geleden werkte. Hij was toen in de kost bij de familie Dierdorp. Roelfs aandacht gaat in die tijd niet alleen naar tuinieren, maar ook naar de dochter van meneer Dierdorp: Gerda. Zij wordt als een zusje voor hem.
De vrolijke Roelf kan zijn enthousiasme niet inhouden wanneer hij over Gerda vertelt in Spoorloos: ‘Ze is om door een ringetje te halen. Toen ik met haar naar de jeugdsamenkomst ging, pakte ze me zo bij de arm. Dat vond ik prachtig. Toen dacht ik: misschien houdt ze wel van mij.’
Als het echte liefde is, laat je iemand niet in de steek
Roelf is in de kost bij de goedhartige familie Dierdorp. Zij zijn goed voor hem. Hij doet echter iets waar hij niet trots op is: ‘Ik heb ze in de steek gelaten, daar heb ik spijt van.’
Die spijt stamt uit Roelfs jeugd: zijn vader liet hem zelf in de steek. Deze nare ervaring blijft Roelf achtervolgen. Om tot rust te komen, gaat hij in de kost bij de familie Dierdorp. Gerda vraagt zich altijd al af: ‘Roelf is zo stil, wat heeft hij meegemaakt?’
Geslaagde zoektocht
Wanneer Roelf weggaat bij de familie Dierdorp, laat hij nooit meer iets van zich horen. Tevergeefs probeert Roelf hen op te sporen, tot het op een dag wel lukt: Roelf vindt Gerda terug.
Eindelijk weer samen
Roelf kan niet wachten om Gerda na vele tientallen jaren weer te zien. Terug in Aalsmeer komt hij oog in oog te staan met zijn jeugdvriendin. Roelf kan alleen maar lachen: ‘Wat vind ik jou mooi Gerda, dat ik jou nog mag ontmoeten. Wij houden van elkaar.’ Met een knuffel zijn de twee weer herenigd.