19-07-2020
In veel oosterse kerken wordt morgen het feest van de profeet Elia gevierd. De maronitische geloofsgemeenschap in de Syrische stad Aleppo grijpen deze feestdag aan om hun gerestaureerde kathedraal weer in gebruik te nemen. Deze aan Sint-Elias gewijde bisschopskerk in de oude binnenstad raakte zwaar beschadigd door beschietingen en bombardementen tijdens de burgeroorlog.
In Aleppo woonden vóór de burgeroorlog, die in maart 2011 begon, meer dan 180.000 christenen; het zijn er nu nog nauwelijks 30.000. Bijna alle oosterse christenen zijn er vertegenwoordigd, ook de maronieten, wier kerk is verbonden met de paus van Rome.
De Sint-Eliaskathedraal staat in de stadswijk al-Jdayde. Ze werd tijdens de burgeroorlog onder meer door drie zware raketaanvallen getroffen; bovendien waren IS-terroristen doorgedrongen tot de oude wijk, waar zij alle christelijke symbolen probeerden te vernietigen. Toen Aleppo in december 2016 weer was ingenomen door het Syrische regeringsleger, lag de kathedraal grotendeels in puin.
De restauratie nam meer dan drie jaar in beslag. Op 20, de feestdag van de profeet Elia, wordt de Sint-Elias weer officieel in gebruik genomen. Dat gebeurt tijdens een liturgie waarin aartsbisschop Joseph Tobji hoofdcelebrant is.
De restauratiekosten werden grotendeels gedragen door de internationale rooms-katholieke hulporganisatie Kerk in Nood. Directeur Thomas Heine-Geldern kan wegens de coronapandemie niet bij de plechtigheid aanwezig zijn.